zondag 29 december 2013

Marokko december 2013


Marokko, december 2013

 

We vertrekken op 23 november om 6.45 uur. Na 4 dagen komen we aan in Tarifa. Hier een dag uitgerust en omdat  het de volgende dag erg regenachtig en winderig is, rijden we verder naar Algeciras om de boot van 14.00 uur naar Ceuta te nemen. Vanwege het slechte weer vertrekt de eerstvolgende boot pas om 19.00 uur, daarom besluiten we om de boot naar Tanger te nemen. Ook dit pakt heel anders uit; ook deze vaart van 14.00 uur wordt gecancelled en we moeten nieuwe kaartjes halen voor de vaart van 16.00 uur. Uiteindelijk vertrekt de boot pas om 17.30. Na een uurtje varen over wilde golven zijn we er al. Op de boot kunnen onze paspoorten al worden afgestempeld. Als de boot afmeert, blijken we in plaats van in Tanger in Tanger Med te zijn aangekomen. In de stromende regen door de douane heen, waar de Daf maar net onder de overkapping boven de douanekantoren past. Alle douaneformaliteiten worden efficiĆ«nt en correct afgehandeld. We blijven 2 dagen in Larache op de “camping” waarvan de eigenaar (rederij) inmiddels failliet is gegaan. Dit betekent geen water, geen elektriciteit  en erg vieze toiletten zonder deuren en het ex personeel dat de camping nu runt, klopt ’s ochtends om half 8 al bij ons op de deur met de vraag of wij hun potje thee wel even aan de kook willen brengen. Leuk is wel dat een Marokkaan ’s avonds met de taxi pizza’s voor ons ophaalt uit het stadje. Het is nu eikeltjes tijd in het gebied en veel mensen zoeken eikels van de kurkeik om op te eten en je ziet zelfs mensen op de vluchtstrook van de snelweg staan die eikels te koop aanbieden.

Naar Rabat gereden om de volgende dag het visum voor Mauritanie te regelen. Hier krijgen we te horen dat sinds kort het visum ook weer bij de grens van Mauritanie kan worden gekocht. Dit klinkt ons als muziek in de oren en snel rijden we Rabat weer uit.

In de buurt van Sidi Abed (net onder El Jadida) zoeken we schelpen en genieten we van het uitzicht en de stilte. Met Marokkaanse vissers drinken we een glas thee op het strand.

De volgende dag rijden we naar Moulay Bouzerktoun. We zijn de enige buitenlanders in het dorp. Nog voordat we uit de truck gestapt zijn, staan kinderen al klaar om ons door moeders gebreide mutsen in de meest bijzondere kleuren aan te smeren. Het is extreem eb en hele families met ezels schrapen zeewier van de rotsen af en zoeken naar schaal en schelpdieren. Strandwandelingen gemaakt en genoten van het geruis van de zee.

 

Moulay Bouzerktoun
 

Van Moulay Bouzerktoun rijden we naar Pointe Imessouane. Het is op dit moment erg droog in Marokko en veel arganbomen lijken wel dood. Langs de kant van de weg bieden mannen flessen met arganolie te koop aan. Op camping “Cathedral Point” (vreemde naam voor een camping in een islamitisch land) zijn alleen wat windsurfers. Op de camping laden we onze accu’s even bij. Bij de haven van het dorp kopen we verse tonijn en dorade.

Pointe Imessouane
 

We rijden verder naar de camping van Massa/Sidi Oussay om een paar honderd liter drinkwater  te tanken. We lezen op internet dat het de komende dagen hard gaat waaien in de West Sahara maar besluiten toch richting Tan Tan te vertrekken. Tussen Guelmim en Tan Tan komen we in een hevige zandstorm terecht. We kunnen slechts 2 strepen in het  midden van de weg zien en we moeten alle ramen sluiten om geen zand in ogen en neus te krijgen. Gelukkig duurt het zeer slechte zicht maar even en na een vermoeiende rit besluiten we een dag bij Tan Tan Plage aan de kust te blijven staan en te wachten tot de storm gaat liggen. Een uitgehongerde zwerfhond komt bij de truck liggen, in de hoop iets te eten van ons te krijgen. Wij kunnen zo’n zielige hond natuurlijk niet aanzien en geven haar eten en water. Als je zo’n stumper eten geeft, zijn ze niet meer bij je weg te slaan en bewaken ze ’s nachts ook nog je wagen. Nadat de storm enigszins is gaan liggen, rijden we verder naar Laayoune en de volgende dag naar Lakhraa, 160 km. boven Dakhla. Schuifmachines zijn bezig het op de weg gewaaide zand weg te halen. Voor en na de steden vrij veel politie-, gendarmerie- en militaire controles. We geven fiches af en moeten  precies vertellen waar we heen gaan en waar we gaan overnachten. De meer dan 1000 km. lange weg door de West Sahara is vrij smal (2 vrachtwagens kunnen elkaar nauwelijks passeren) en het asfalt is aan beide kanten van de weg afgebrokkeld met scherpe randen waar je de autobanden op stuk rijdt als je niet goed uitkijkt. Het weinige ons tegemoetkomende verkeer, bestaat voor 95% uit vrachtwagens, die goederen vervoeren tussen de steden in de West Sahara die op minstens 300 km. van elkaar liggen.Tijdens onze rit zien we ook af en toe vieze verwilderde mensen lopen met lege plastic flessen met touwen om hun hals geknoopt.

Lakhraa is een in een prachtige baai gelegen oud vissersdorpje, waar de vissers in zelf gefrabiceerde hutten wonen en de zee opvaren met kleine houten bootjes. Wij zijn hier opnieuw de enige buitenlanders.

 
In Dakhla doen we inkopen voor de komende tijd in Mauretanie. Het waait de hele dag weer hard en ’s middags is er een “zonsverduistering” door al het zand dat in de lucht zit. Het is niet verstandig nu verder te rijden naar Mauretanie, dus blijven we hier een paar dagen.

Na een paar dagen in Dakhla te zijn geweest, besluiten we vanwege paranormale gebeurtenissen, niet verder af te reizen naar het zuiden, maar terug te keren naar het gedeelte van Marokko, boven de West Sahara en onze verder prima reis daar voort te zetten.

Bij Tan Tan Plage (El Ouatia) staan we bij de kust, totdat het weer hard gaat waaien. Vanwege de harde wind besluiten we op een ommuurde camping te gaan staan en daar afgeschermd van de zandstorm te wachten tot de wind gaat liggen. El Ouatia is een kleine vissersplaats met winkeltjes en eethuisjes. Op de camping bieden vissers mosselen, gamba’s en (niet altijd verse) vis te koop aan. Overdag hebben we prachtig weer met een stralend blauwe lucht. Af en toe is er ‘s avonds een natte zoute zeedamp, waardoor alles in onze wooncabine klam wordt. We zoeken schelpen en maken strandwandelingen en komen hier helemaal tot rust.

Na een aantal dagen Tan Tan Plage rijden we verder richting Guelmim.

Omdat Tosh al jaren vreselijk gespannen is tijdens het rijden als hij voorin bij ons zit, hebben we geprobeerd hoe het gaat als we hem in het woongedeelte opsluiten, met alle ramen verduisterd. Dit lijkt redelijk goed te gaan.

We zetten de truck tussen Tan Tan en Guelmim van de weg af en drinken thee bij een Marokkaanse familie. Het Marokkaanse theeritueel is echt grappig: voordat je eindelijk je glaasje thee krijgt is het wel 10 keer teruggegooid in de theepot en zijn er nog diverse blokken suiker aan toegevoegd. We begrijpen nu waarom sommige mensen hier bijna geen tanden meer in hun mond hebben of alleen nog zwarte stompen. De familie spreekt een paar woorden Frans en wat ze verder in het Arabisch vertellen, weten we niet.  ’s Ochtends als we opstaan, zien we een kameleon in de boom zitten. In Guelmim doen we inkopen en halen bij de banketbakker volgens ons de lekkerste koekjes van heel Marokko. Op de markt zie je behalve koeien- en kamelenkoppen ook alles wat uit het inwendige van de koeien komt, aan haken hangen. 




We rijden door naar de oase van Tighmert, een stukje buiten Guelmim. Deze oase is een van de grootste in gebruik zijnde oases van Marokko. We wandelen 2 uur door de oase om de bron van de oase te vinden. Deze ligt echter zo ver weg in de bergen, dat we de wandeling niet afmaken. De stilte en rust in de oase zijn weer overweldigend en oorverdovend.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen opmerkingen: