dinsdag 31 oktober 2017

Marokko, oktober 2017



Marokko, oktober 2017

In Algeciras waait het een stuk minder dan in Tarifa en we bereiden ons voor op een rustige bootovertocht. Een open retourticket kost dit jaar 322 euro, wat flink duurder is dan vorig jaar. Onduidelijk is waardoor deze prijsstijging van 50% wordt veroorzaakt. Na een klein uurtje varen, komen we aan in Ceuta. Het is vandaag een nationale Spaanse feestdag en veel (Marokkaanse) Spanjaarden willen de grens naar Marokko over. Ondanks de drukte rijden we na 40 minuten grensformaliteiten Marokko binnen. Er wordt nog wel even door de douane in onze koelkast gekeken hoeveel alcoholische versnaperingen we bij ons hebben. Maar ach, die bewaren we echt niet daarin.
In Martil kopen we een Maroc Telecom simkaart en op camping Al Boustane doen we de opgespaarde was van 4 weken en tanken goed drinkwater.
Na 2 dagen rijden we door naar het kleine meertje Bou Daroua bij Ouazzane. Het is een graad of 35 en pas tegen zonsondergang als het afkoelt, komen veel Marokkaanse families een stukje over de dam van het meer lopen.
We rijden verder oostelijk door het Rif gebergte naar Barrage Al Wahda en overnachten bij Oued Ouargha. We ruiken een weeïge weedlucht en aan de overkant van de oued blijken weedvelden te staan. Een wat oudere man geeft ons 2 sinaasappels, probeert ons Arabische woorden te leren en legt op alle mogelijke manieren uit dat we in een cannabisgebied staan. 


We zakken af richting Fes en nemen een stukje snelweg naar Guercif. Bij Fritissa nemen we de 180 km. lange piste G1 van Gandini, die naar Talsint gaat. De piste is lang niet bereden en zwaar beschadigd door stromingen van regenwater en na 80 km. houden we het voor gezien en nemen een piste terug naar het asfalt bij Tissaf. Onderweg lunchen we op een stenenvlakte met veel prehistorische gebruiksvoorwerpen. Akelige piste maar wel erg mooie omgeving.
Van Missour rijden we naar Anoual. Tot Talsint is het landschap erg mooi met diep uitgesleten rivierbeddingen, veel oases en juniperbomen op de bergen. Na Talsint, een dorpje met bank, benzinepomp en cafe’s wordt het landschap kaal en desolaat. Voor verse groentes moet je beslist niet in Talsint zijn: bijna alles is verrot. 




Om de rotsgravures van Ain Kairma bij Anoual te bekijken moeten we een stuk door een rivierbedding rijden. Eenmaal in de rivierbedding, die op sommige plaatsen gevaarlijk modderig is, vinden we nergens een plek waar we deze weer kunnen verlaten om richting de gravures te rijden. Onverrichterzake rijden we maar terug.
Bij Bni Tadjite proberen we eerst de historische oost/west piste naar Atchana , maar omdat ook deze te veel beschadigd is door waterstromingen en niet meer bereden wordt, nemen we een piste zuidwestelijk richting Boudnib. De piste gaat over de Col de Benkassem. 

Col de Benkassem

Nog niet eerder hebben we zo’n akelig rotsblokkenpad (met traptreden) door de bergen gereden. We maken de afdaling in een stapvoets tempo (kruipversnelling).  Als goedmaker voor de vervelende bergpas overnachten we op een prachtige plek bij een afgelegen oase met bron en een berg met vleermuizengrot, 2 km. voor Ksar Tazougart. 

In Erfoud doen we inkopen, tanken diesel en rijden door naar de zandduinen van Erg Chebbi bij Merzouga. Onderweg komen we diepe waterplassen tegen; iets wat wel uniek is in dit gebied. Na 1 dag rust rijden we naar Taouz om westelijk naar Sidi Ali/Tafraout du Sud te rijden. Bij een rivierbedding een stuk voor Ouzina worden we tegengehouden door een Marokkaan die ons vertelt dat een paar dagen geleden 2 grote trucks zichzelf compleet vastgereden hebben bij Ramlia. Volgens hem zijn er te veel zachte modderstukken door de heftige regen van de afgelopen tijd en hij adviseert ons een veel noordelijker gelegen piste te nemen. We rijden een stuk terug naar Jdeid en rijden vanaf daar westelijk naar Fezzou. 






Mooie afwisselende piste met een ondoordringbaar gebied met zandduinen, waar wij omheen moeten rijden en een stuk voor Fezzou, een zandduintjes gebied waar we met de banden op 3 bar gemakkelijk doorheen komen. Van Fezzou rijden we naar El Fecht over een piste bijna zo glad als een biljartlaken. Zo zie je ze niet vaak. Van El Fecht gaat de route verder over een stukje asfalt richting Ait Boudaoud. Hierna nemen we weer een piste die uit moet komen bij de asfaltweg naar Zagora. Na 24 km. over zwaar terrein te hebben gereden, stuiten we op een compleet weggespoeld pad; alle bandensporen houden op en er is alleen nog maar een brede rivierbedding met enorme kiezels te zien. Aangezien het er niet naar uitziet dat de route verderop doorgaat, besluiten we om te keren en overnachten we in een prachtige kloof tussen de bergen. De piste is opnieuw wel een goede test voor de in- en uitschakelbare hydraulische cilinders die dit jaar door Twiga Travelcars onder de MAN zijn gemonteerd. De hydraulische cilinders vervangen de originele stabilisatorstangen van de truck en zorgen ervoor dat de wooncabine veel minder heen en weer wordt gezwiept op heftige pistes.
Na 15 dagen rijden, blijven we een paar dagen op camping Oasis Palmier in Zagora om was- en schoonmaakklussen te doen. 

zaterdag 14 oktober 2017

Portugal/Spanje, september/oktober 2017


Op vrijdag 15 september vertrekken we en rijden via de route du soleil door Frankrijk. Dit jaar hebben we voor het eerst onze allerbeste hond Tosh niet mee. Omdat hij zeer nerveus wordt en blijft van autorijden, hebben we besloten hem thuis te laten bij Lisa, Wieger en de kindjes. Beter voor hem en misschien ook wel voor ons. In de Ardeche bezoeken we bij Vallon-Pont d’Arc het museum L’atelier d’Aurignacien. In het museum kan je zien hoe onze voorouders 35.000 jaar geleden in de Ardeche leefden. Helaas worden er geen prehistorische gebruiksvoorwerpen getoond en de te bezoeken beroemde grot met rotstekeningen gemaakt met houtskool en oker blijkt een replica te zijn. Al met al een tegenvaller. Wel interessant is om te zien dat de oermens hier destijds samenleefde met de holenbeer en –leeuw, de wolharige neushoorn, de wolharige mammoet en het reuzenhert. 35.000 Jaar geleden heersten er in de Ardeche koele zomers (max.15 graden) en strenge winters (-15/-20)
Eenmaal in Spanje aangekomen, rijden we van oost naar west via Lleida, Zaragoza en Valladolid. We overnachten vlak voor de Portugese grens bij het stuwmeer van Ricobayo waar goed drinkwater te krijgen is. In de buurt van Braganca komen we Portugal binnen.
Van Braganca rijden we door de bergen van het Natuurpark Montesinho naar Chaves. In de buurt van Chaves overnachten we bij een voormalige watermolen bij de rio Tamega. Onderweg is aan de vele zwartgeblakerde bomen duidelijk te zien dat Portugal met veel bosbranden te maken heeft gehad deze zomer. De route gaat verder via Villa Real, Viseu, Coimbra en Santarem. Zo rustig als het was in het noorden zo druk is het in het gebied rondom Porto en Lissabon. Wij houden beslist niet van drukte en vluchten snel richting Porto Covo aan de kust onder Lissabon.



In het stuk kustgebied tussen Lissabon en Sagres kunnen nog veel zandpaden gereden worden om bij de zee te komen.
We zetten de truck op een prachtige plek naast rotsen met uitzicht op een klein eilandje met de ruïne van een Romeins fort, genaamd Ilha do Pessegueiro. Praia da ilha do Pessegueiro is een mooie baai met bijna lege stranden. 


1 Nacht hier staan lukt nog, maar de volgende middag worden we door de guarda nacional republicana met een officiële papieren waarschuwing weggestuurd. Het blijkt verboden te zijn om in het hele natuurgebied langs de kust te overnachten. Bij herhaling moeten we een boete van 200 euro betalen. De volgende dag rijden we naar de zee bij Almograve en hier mag zelfs niet overnacht worden op de parkeerplaats.
We rijden door naar praia do Amado bij Carrapateira waar een grote parkeerplaats is waar veel surfers overnachten. Hier mag je doen en laten wat je wilt: vuurtje stoken of bbqen, het maakt niet uit. Na een aantal nachten bij Amado rijden we door naar praia da Boca do Rio, vlakbij Salema. Een kleine baai met zandstrand, waar vroeger een van de grootste Romeinse nederzettingen moet zijn geweest. Opnieuw worden we aan het einde van de middag weggestuurd door de guarda. 


Wij kijken nog even bij Manta Rota en Monte Gordo vlakbij de Spaanse grens, maar het verveeld “oud vel” en de zeeën van witte Hymerdaken doen ons snel naar Spanje vluchten. In San Juan del Puerto, vlakbij Huelva, laten we bij de MAN garage een rubberring bij het achterwiel vervangen. Af en toe komt er een druppel olie uit en we laten er liever hier naar kijken dan in Marokko. Omdat de ring pas de volgende dag uit Madrid aankomt en onze truck s’nachts in de garage moet blijven staan, overnachten we in een brandschoon hostal in het dorp. Wij zijn de enige toeristen en het is erg leuk om het “ons kent ons” Spaanse dorpsleven mee te maken. Een biertje is er goedkoper dan een kop koffie en voor weinig geld gaan we heerlijk uit eten.
De laatste dagen Spanje brengen we door in Tarifa waar het af en toe regent en erg hard waait. Op donderdag 12 oktober varen we over naar Marokko.