zaterdag 29 oktober 2016

Marokko, oktober 2016


10 Oktober nemen we de boot van Algeciras naar Ceuta. We varen dit keer met Trasmediterranea en een open retourticket kost 218,00 euro. De zee is rustig en na een uurtje varen komen we aan in Ceuta. Bij de grens is het een drukte van jewelste. Vrouwen, hun ruggen als ezels volgepakt met grote balen onbestendige goederen, lopen over stoepen die met een soort kooien zijn omgeven, over de grens. Veel Marokkanen en weinig buitenlanders die de grens over willen. Ondanks de chaos en drukte zijn de grensformaliteiten in ca. 3 kwartier gepiept. Het scheelt veel tijd als je thuis al het auto-invoerformulier (D-16ter) invult. Het formulier kan je downloaden van de site van de Marokkaanse douane. Omdat we vuile was van bijna een maand hebben liggen, rijden we eerst door naar de camping in Martil om te wassen, veel drinkwater te tanken en Marokkaanse sim-kaartjes en beltegoed te kopen. Als we willen skypen met Lisa komen we erachter dat Skype, Whatsapp, Facetime en nog veel andere gratis communicatiediensten met een Marokkaans simkaartje niet werken. Marokkaanse telecomaanbieders verdienen naar eigen zeggen te weinig en daarom hebben ze sinds maart 2016 deze diensten geblokkeerd. Dat wordt dus weer “ouderwets” bellen en emailen. ’s Avonds huilen de (straat)honden mee met het op cassetteband opgenomen gezang van de imam die oproept tot het avondgebed. In het kleine stukje groen dat nog is overgebleven tussen de in aanbouw zijnde appartementen van deze kustplaats, liggen de bewijzen van het afgelopen slachtfeest: schapenhuiden en verbrande hoorns en schedels.

In de spoelende regen rijden we naar Fes in de hoop op camping Diamant Vert op droge ondergrond te staan. De camping is onderdeel van een bungalowpark geworden en de entree is een paar honderd meter verplaatst. Helaas met zoveel regen is de camping veranderd in een park met vijvers. Er zijn meer zwerfhonden en katten, dan campinggasten.100 Dirham per nacht, zeer nette douches/wc’s.

Van Fes rijden we naar Guercif en dan richting Outat El Haj. In Guercif kopen we een accu oplader, omdat de accu van het aggregaat leeg is. Waarschijnlijk moeten we het aggregaat vaker laten draaien. We zetten de truck op een rustige plek in de woestijn. Rondom prachtig uitzicht op de bergen. ’s Ochtends om 8.10 staat er een Marokkaan met zijn uitgehongerde hond bij de truck die eten voor zichzelf en zijn hond wil hebben.

Bij het dorp Lamrija beginnen we aan een piste (Gandini) die in zuidoostelijke richting gaat. We hebben nog nooit zo’n akelig stenig/rotsige piste gereden. Aangekomen op het Rekkam plateau op zo’n 1400 meter hoogte staat er een harde koude wind en is het maar 17 graden. We dalen af naar zo’n 950 meter hoogte en rijden door tot een paar kilometer westelijk van Ain Bni Mathar en nemen dan een piste die zuidelijk gaat richting Tendrara. Het Rekkam plateau is over het algemeen een uitgestrekte en kale vlakte waar geen dorpen zijn en alleen maar nomaden in tenten leven. Zij hebben vele honderden schapen en een enkele koe of een paard, die ze hier tot de winter laten grazen. In de wat lager gelegen gebieden op het plateau groeit alfa, verder is er zeer weinig begroeiing. De temperatuur is 28 graden en het is moeilijk een schaduwplek te vinden. Sommige nomaden denken dat onze truck een “rijdende winkel” is, waar je gratis drank en sigaretten kan scoren. Ze komen van kilometers ver weg met hun pick-up naar ons toe rijden. We helpen ze snel uit hun droom.
De piste is prima te rijden. Zo glad zie je ze niet  vaak. 

Rekkam Plateau
 
 


In Tendrara, een troosteloos dorp met net zulke troosteloze inwoners, slaan we brood en groenten in. De piste die oostelijk om Chott (sebkha) Tigri heengaat, begint op de afvalbelt van Tendrara. Over het algemeen een vrij saaie piste waarbij het soms moeilijk is de goede koers te vinden. Het landschap is over het algemeen zo kaal dat we 1 dag zelfs geen enkele boom of struik zien. Het uitzicht op de Chott is wel mooi en er is een leuk stukje met zandduinen.

Chott Tigri


De piste komt uit op de weg naar Iche. Circa 30 kilometer voor Iche veranderd het landschap spectaculair. Het wordt steeds bergachtiger met rotsformaties met surrealistische vormen. In het oasedorp Iche, dat op de grens van Marokko met Algerije ligt, staat een welkomstcomitee van soldaten en de dorpsgids voor ons klaar. Het dorp ligt op de rand van een canyon en vanuit het dorp kijk je over de palmbomen van de oase heen, die in de diepte ligt. Er zijn bijna geen inwoners en er is nog geen brood te krijgen.

 
Iche


We rijden snel weg en beginnen aan de piste van Iche naar Figuig.  De eerste kilometers van de piste zijn er om de 500 meter militaire posten waar we fiches moeten inleveren. Gelukkig houden deze controles na enkele kilometers op. De piste is vrij gemakkelijk berijdbaar en gaat door prachtig grillig berglandschap. Onderweg zien we agamen (soort hagedis) en een beige/zwart gestreepte slang. In dit gebied zijn ook veel tumulussen, oude graven en prehistorische gravures te vinden.

 
 
 
 
 
 
Ca. 8 kilometer voor Figuig beginnen de militaire controles weer en zien we ook een kilometers lange aarden wal liggen tussen Algerije en Marokko. De piste ligt op een gegeven moment slechts 500 meter van de Algerijnse grens. Later horen we dat de wal bedoeld is om de uit de hand gelopen smokkel tussen de twee landen tegen te gaan.

Het oasestadje Figuig is uitgestorven en de groenteman van het dorp heeft 4 verrotte tomaten, verlepte paprika’s en tot golfballen uitgedroogde citroenen. Nou, doet u dan maar die slappe sperziebonen voor ons. Ook Figuig verlaten we snel en rijden in een zandstorm naar Bouarfa. Soms is het zicht zo slecht dat we de lampen aan moeten doen. We schuilen in het stadje achter een leegstaand gebouw. De volgende dag rijden we naar  4x4 relais “Rekkam” in Boudnib.  Op de camping, die gerund wordt door een Fransman, doen ze erg hun best om het ons naar de zin te maken en over alles in de omgeving te informeren. Erg lekker eten en als je bier wil dan kan je dat zelfs ook nog krijgen. ’s Middags steekt de zandstorm weer op en die gaat ook de volgende dag nog door. Geen pretje om met ramen en deur dicht bij een temperatuur van 28 graden de hele dag in de woonunit te zitten.

Na 2 dagen camping en 3 dagen zandstorm beginnen we aan een piste van Boudnib naar Erfoud. Vreselijk stenige/rotsige piste met soms lange oversteken door oueds met erg los zand. Erg saai vlak gebied met af en toe nomadententen en kuddes schapen. Alleen het stuk, dichter bij Erfoud, dat tussen de bergen doorvoert is landschappelijk aantrekkelijk. In de bergen zitten kleine holen, die in prehistorische tijd als schuilplaatsen werden gebruikt. De holen worden tegenwoordig  door de nomaden ook nog als schuilplek gebruikt. Boven op een bergplateau vindt Mike een werkplaats waar in prehistorische tijd vuurstenen gebruiksvoorwerpen werden gemaakt.

 
 

Voor we doorrijden naar Erg Chebbi, slaan we groenten en brood in en tanken we diesel (10 ppm!!) in Erfoud. Dit jaar is er voor het eerst deze kwaliteit diesel verkrijgbaar.

 

Geen opmerkingen: