Via
Tazzarine en Taghbalt rijden we naar Zagora. Vanaf Taghbalt is de weg nu
volledig geasfalteerd. Makkelijk rijden, maar ook wel jammer. Een paar jaar
geleden kon je nog volledig piste rijden van Zagora naar Oumjrane. Vlakbij
Zagora overnachten we bij een oase, waar we de meest vreselijke Marokkaanse
kinderen meemaken; tot het donker wordt, staan ze op een afstandje van de truck
te roepen en te zeuren om dirham, stylo en cahier. ’s Ochtends als het licht
wordt, staan ze er weer.
Bij
garage Sahara in Zagora laten we de 2 voorbanden verwisselen voor onze reservebanden
omdat er in 1 van de voorbanden een scheur zit. De scheur zit er al sinds Europa
in, maar nu in Marokko geeft dit wel een probleem als we in zand de banden
willen aflaten. De jongens van de garage hebben een geweldige oplossing: de
scheur vullen met afschraapsel van remblokken vermengd met superglue. Haha. Ons
lijkt dit een minder goed idee en omdat we graag 2 goede reservebanden bij ons
willen hebben, gaan we de band in Mohammedia laten vulkaniseren.
Eerst
blijven we een paar dagen in Zagora op camping Oasis Palmier en doen hier
klusjes van huishoudelijke aard. Het is dadeloogsttijd in de oase en we worden
door diverse mensen verwend met trossen dadels. Op de camping ontmoeten we
de Nederlanders Mark en Marinka met hun tot camper omgebouwde landrover.
Onder
Zagora nemen we bij Sidi el Mokhtar een piste richting Tafraoute Sidi Ali. Het
eerste stuk van de piste is erg stenig en gaat over 2 bergruggen heen. In de
bergkom tussen de bergen staat een diepe waterput, waar nomaden water kunnen
“tanken”voor hun vee. Een nomade heeft een “onbewaakt” tafeltje gemaakt met
daarop fossielen en zelfs prehistorische vuistbijlen. Als je wilt, kan je iets
uitkiezen, zelf de prijs bepalen en het geld in een plastic bakje stoppen.
Na de 2 bergruggen wordt de piste beter. Omdat de route door militair gebied voert, moeten we 4 keer stoppen bij controleposten. Als we bijna bij Tafraoute Sidi Ali zijn, begint het hard te waaien en in no time zitten we in een zandstorm. We schuilen bij een auberge met de vreselijke naam “Dinosaur KemKem”; vernoemd naar de dinosaurusbotten en -tanden die worden gevonden in het nabijgeleden KemKem gebergte. Bij de auberge is het net of we in een Mad Max film terecht zijn gekomen; 1 van de beheerders heeft een zilveren voortand in zijn verder erg vieze gebit en loopt de hele dag rond met een duikbril op zijn gezicht. De andere jongere beheerder is bijna blind. Ze zijn erg vriendelijk en hebben veel gevoel voor humor. Behalve hard waaien met veel zand gaat het ’s avonds ook nog lange tijd regenen. Als we ’s ochtends weer vertrekken, mogen we zelf bepalen wat we voor 1 nacht “schuilen” willen betalen. De man met de duikbril blijkt een ontstoken oog te hebben en vraagt, net als veel nomaden onderwerg, om oogdruppels. Omdat ik slechts 1 flesje oogdruppels bij me heb en dat soms zelf nodig heb, kan ik niet meer doen dan een paar oogdruppels in zijn oog druppelen. Als we een stukje onderweg zijn, worden we ingehaald door de bijna blinde jongen van de camping op zijn brommer!!, die voor ons gaat checken of we in verband met de gevallen regen, wel door het zoutmeer heen kunnen rijden. Mocht het niet mogelijk zijn dan leidt hij ons erom heen. Gelukkig geeft de route geen problemen.
Bij Tafraoute Sidi Ali verlaten we de piste en rijden over de dit jaar geasfalteerde weg via Fezzou naar Alnif. We overnachten een stukje voorbij de prachtige Todra kloof op 1600 meter hoogte. De volgende dag brengt een bergpas ons naar een hoogte van 2700 meter waar het slechts -1 graad is. De mensen in de bergdorpjes hebben het zichtbaar koud. De vrouwen lopen gewikkeld in dekens, felgekleurde badlakens of stukken plastic met hun ezeltjes naar de buiten de dorpen gelegen stukjes landbouwgebied. De mannen uit de dorpen zitten in groepen bijelkaar, doen niks, en warmen zich uit de wind, in het zonnetje op.
Na de 2 bergruggen wordt de piste beter. Omdat de route door militair gebied voert, moeten we 4 keer stoppen bij controleposten. Als we bijna bij Tafraoute Sidi Ali zijn, begint het hard te waaien en in no time zitten we in een zandstorm. We schuilen bij een auberge met de vreselijke naam “Dinosaur KemKem”; vernoemd naar de dinosaurusbotten en -tanden die worden gevonden in het nabijgeleden KemKem gebergte. Bij de auberge is het net of we in een Mad Max film terecht zijn gekomen; 1 van de beheerders heeft een zilveren voortand in zijn verder erg vieze gebit en loopt de hele dag rond met een duikbril op zijn gezicht. De andere jongere beheerder is bijna blind. Ze zijn erg vriendelijk en hebben veel gevoel voor humor. Behalve hard waaien met veel zand gaat het ’s avonds ook nog lange tijd regenen. Als we ’s ochtends weer vertrekken, mogen we zelf bepalen wat we voor 1 nacht “schuilen” willen betalen. De man met de duikbril blijkt een ontstoken oog te hebben en vraagt, net als veel nomaden onderwerg, om oogdruppels. Omdat ik slechts 1 flesje oogdruppels bij me heb en dat soms zelf nodig heb, kan ik niet meer doen dan een paar oogdruppels in zijn oog druppelen. Als we een stukje onderweg zijn, worden we ingehaald door de bijna blinde jongen van de camping op zijn brommer!!, die voor ons gaat checken of we in verband met de gevallen regen, wel door het zoutmeer heen kunnen rijden. Mocht het niet mogelijk zijn dan leidt hij ons erom heen. Gelukkig geeft de route geen problemen.
Onder de douch of naar toalitte bij de auberge
Tafraoute Sidi Ali
Bij Tafraoute Sidi Ali verlaten we de piste en rijden over de dit jaar geasfalteerde weg via Fezzou naar Alnif. We overnachten een stukje voorbij de prachtige Todra kloof op 1600 meter hoogte. De volgende dag brengt een bergpas ons naar een hoogte van 2700 meter waar het slechts -1 graad is. De mensen in de bergdorpjes hebben het zichtbaar koud. De vrouwen lopen gewikkeld in dekens, felgekleurde badlakens of stukken plastic met hun ezeltjes naar de buiten de dorpen gelegen stukjes landbouwgebied. De mannen uit de dorpen zitten in groepen bijelkaar, doen niks, en warmen zich uit de wind, in het zonnetje op.
Bij
Lac de Tislit bij Imilchil is het slechts 4 graden en er ligt lichte sneeuw in
de bermen; dit nodigt niet uit om hier een nachtje te blijven staan. De weg
over de Hoge Atlas is erg slecht door de vele regen die hier kortgeleden is
gevallen. Veel regen betekent modder- en stenenstromen. Tot overmaat van ramp
zijn ze ook nog eens bezig met onderhoud en verbreding van een groot gedeelte
van de route. We overnachten in de buurt van El Ksiba en s’ochtends staat het
ijs op ons trappetje.
De
band met scheur wordt ter vulkanisering afgeleverd in de obscure bandenschuur tegenover
de vissershaven in Mohammedia en omdat ie pas over anderhalve dag klaar is,
rijden we door naar camping l’Ocean Bleu in Al Mansouria. Mike gaat op de
camping zelf zijn sokken en onderbroek wassen, maar in de ogen van de
Marokkaanse schoonmaakster van de camping doet hij dit zo raar, dat ze het snel
van hem overneemt. Al Mansouria dat tegen Mohammedia aanligt, wordt volgebouwd
met appartementen en heeft zoals ik eerder al eens vertelde, een erg vies
strand vol met glasscherven.
Tislit
Na
1,5 dag heeft de bandenschuur de band zeer professioneel gevulcaniseerd en dat
voor maar 20 euro. Het adres is: Societe Marocaine de Pneumatiques, Rue El
Ghazali, Mohammedia. Gps: N 33.42.521/W 007.23.992. We nemen de payage naar
Marrakech en op elk viaduct, op- of afrit en voetgangersbrug staan militairen,
motorpolitie of gendarmerie. Het blijkt dat er een 11 daagse VN
milieuconferentie in Marrakech wordt gehouden. Nu snappen we waarom het land dit
jaar zo schoon en opgeruimd is. Nieuw dit jaar is ook dat je nergens meer
plastic zakken krijgt om je boodschappen in te doen.
Voor
de stad Marrakech veel veiligheidsmaatregelen en controles. De Tizi n Tichka bergpas
is voor een groot deel 3 baans geworden. 2 Banen voor het omhooggaande verkeer.
Onderweg veel mannetjes die “nep”calcietgeodes aanbieden, die met ecoline
knalrood, paars of roze zijn geverfd.
In
het donker komen we in Ouarzazate aan en zetten de truck in de buurt van de
filmstudio’s neer. De volgende dag rijden we een stukje richting Demnate en
overnachten bij een verlaten oase.
In
Skoura (1200 meter hoogte) tanken we
goed drinkwater, maken een wandeling door de oase en kopen verse geitenkaas van
een coöperatie van vrouwen uit het dorp.
Oase van Skoura
We
rijden weer terug naar Ouarzazate en nemen een piste die langs Fint en
richtingTazenakht gaat. De piste is vergeleken met vorig jaar een stuk slechter
geworden en veel bruggen over oueds zijn weggespoeld. We overnachten bij oued
Ighls en worden ’s nachts wakker gehouden door gefrustreerde blaffende
zwerfhonden.
Ook
de weg van Tazenakht naar Foum Zguid is voor een groot deel erg beschadigd door
regenbuien van vorige winter. We spreken met onze Duitse kennissen Peter en
Ingrid af op camping La Palmeraie in Foum Zguid. Mike moet eerst wat takken van
palmbomen bij de entree van de camping afzagen, anders kunnen we het terrein niet
oprijden. De camping is nog geen jaar oud en zoals veel Marokkaanse campings
alweer in staat van verval. Koude douches (de eigenaar zet de boiler steeds uit,
omdat elektriciteit zo duur is), scheuren in muren, lekkende afvoeren,
gootstenen vol zand etc. We hebben 2 gezellige dagen met Peter en Ingrid en
rijden dan weer verder. We overnachten ergens tussen de bergen in de buurt van
Tissint, bij oued Icht en bij Fask langs een oued waar veel graven, tumuli en prehistorische
schrabbers en bijlen liggen. Er staat een stevige wind, af en toe regent het en
de temperatuur is de afgelopen 2 dagen zo’n 10 graden gedaald naar 16/17
graden.
Tussen Tazenakht en Foum Zguid
Tussen Foum Zguid en Mhrminia
Oued Icht
In
Guelmim slaan we boodschappen in bij de Marjane supermarkt en rijden door
naar camping de L’oasis in de oase van Tighmert. Er zijn al maanden geen
toeristen en dus ook geen inkomsten meer geweest en de camping ziet er vies en
verwaarloosd uit. De kippen kunnen vrij het huis in en uitlopen. De eigenaren Hassan en Samira schamen zich eigenlijk wel een
beetje voor de rotzooi en beginnen snel alles schoon te maken en op te ruimen. De camping heeft vanwege geldgebrek maar 1 gasfles die zowel voor de douches voor de toeristen wordt gebruikt als ook voor het eten koken voor de familie. Wordt er gekookt, wat uren kan duren, dan kan er helaas niet gedouched worden. We
geven ze zakken kleding voor hun 3 kinderen, waar ze erg blij mee zijn. Mike
doet onderhoud aan de truck en ik doe de was en schoonmaakklusjes. De volgende
dag regent het en de oase verandert in een rode modderbak. Na een wandeling
door de plakkerige rode drek zijn je schoenen een kilo zwaarder.
Ingrid
en Peter komen ook op de camping en het plan is om eerst de hete bronnen te gaan zoeken die tussen Fask en Tighmert moeten liggen en ons dan te wagen aan een piste van Assa naar M'sied.
3 opmerkingen:
Weer interessant om te lezen. Veel succes met het vinden van de warmwaterbronnen!
En wat een zegen dat de plastic tasjes minder gaan worden 😄
Een fijne reis!
Dag lieve reizigers!
Wat heerlijk om in dit frisse kikkerlandje jullie warme en mooie reisavonturen te lezen.
Stiekem wel een beetje jammer dat er op leuke pistes nieuw asfalt wordt neergelegd.....
Geniet van jullie mooie avontuur, we blijven jullie volgen!
Groetjes van,
Gerrit & Jorina ( en een pootje van onze Friese Pitbull ;-))
Een reactie posten