vrijdag 25 december 2015

Marokko, december 2015


Marokko, december 2015

 

Op 1 december is de stand van zaken wat betreft “ongelukjes” als volgt: nummerbord is weggewaaid in storm, boiler is uit zijn behuizing gezakt, aggregaat lekt olie en we zijn de dop van onze watertank kwijtgeraakt. Ook konden we een keer onze wooncabine niet meer in omdat een moer van het slot was losgetrild. Mike is toen via een dakluik naar binnengeklommen en heeft van binnenuit de deur open weten te krijgen. Willie van Twiga Travelcars regelt voor ons een nieuw nummerbord en de dop van de watertank bestelt onze dochter Lisa via internet. Zodra Yvon en Marcel afreizen naar Marokko nemen zij deze dingen voor ons mee. Mike heeft de boiler met een spanband weer vastgesjord, een plastic zak in het watervulgat gestopt en een moer binnen het aggregaat aangedraaid.  Zonder nummerbord rijden in Marokko is geen probleem, maar wij verwachten dat het wel een probleem wordt op de terugweg in Spanje/Frankrijk. Onderweg bij een controlepost van de gendarmerie vertelt Mike dat het nummerbord eraf is gewaaid door beaucoup de vin (wijn), i.p.v. vent (wind).

Op 21 december verloopt ons 3-maanden visum. Een ander jaar zijn we helemaal teruggereden naar de Spaanse enclave Ceuta en toen weer Marokko ingereden om op die manier aan een nieuw 3 maanden visum te komen. Van Fransen horen we dat je ook via sommige campings in Marokko een nieuw 3 maanden visum kan regelen. We rijden naar camping l’Oasis in Tighmert en vragen Hassan of hij een nieuw visum voor ons kan regelen. Hij kan dat wel regelen en wij vertrekken naar Plage Blanche. Er zijn veel flamingo’s, grondeekhoorns en muggen en teken.

 
 


We staan hier een aantal dagen helemaal in ons eentje en rijden een leuke piste richting Foum Assaka, die we in 2012 met de Daf hebben gereden. De piste is op sommige stukken bijna te smal voor onze truck zodat we met moeite bepaalde bochten om heuvels kunnen rijden en als we op een gegeven moment zien dat de piste niet meer bereden is, besluiten we via een andere piste door de heuvels terug te rijden. 14 Kilometer voor Plage Blanche komen we weer op de normale weg uit. Een stuk strand sluit dit jaar de verbinding tussen de zee en de oued af en daarom kunnen we het aan de overkant van de oued gelegen vissersdorp via het strand bereiken.

11 Dagen voor afloop van het visum gaan we samen met Hassan in de truck naar Guelmim om de verlenging van ons visum te regelen. In de stad maken we eerst 3 kopieën van de bladzijde uit ons paspoort waar de inreisdatum en het politienummer opstaan, 3 kopieën van de bladzijde met onze foto en paspoortnummer en 3 kopieën van onze creditcard. Ook nemen wij per persoon 3 pasfoto’s mee. Alle kopieën moeten vervolgens geautoriseerd worden in het gemeentehuis. Elke kopie krijgt 3 stempels en een soort postzegel. De postzegel kost 2 dirham per stuk. Gewapend met de benodigde kopieën gaan we naar de gendarmerie. Hier blijkt dat er nog een in het Arabisch getypte verklaring moet worden gemaakt dat ons tijdelijke adres in Marokko de camping in Tighmert is. Ook moeten Mike en ik een handgeschreven brief opstellen waarin wij verzoeken om een nieuw 3 maandenvisum. Gelukkig is er vlakbij de gendarmerie een “kantoortje” waar een man met 2 vingers brieven typt voor mensen die zelf geen typemachine of computer hebben. Voor 30 dirham maakt hij het Arabische briefje. Opnieuw naar de gendarmerie en daar blijkt dat onze handgeschreven brief niet goed is omdat het 2 aparte verzoeken van Mike en mij moeten zijn. Oké, dan maken we er wel 2 verzoeken van. Een hoge pief van de gendarmerie vult 2 visumaanvraagformulieren in op de computer en dan kunnen we naar het politiebureau. Hassan vraagt ons om 100 dirham die hij vervolgens stiekem in de handen van de hoge pief drukt. Wij zijn hier geen voorstanders van maar volgens Hassan is dit nodig om een en ander vlotter te laten verlopen. Aangekomen bij de politie wordt ons meegedeeld dat het formulier dat de gendarmerie heeft gemaakt, helemaal niet met de computer had mogen worden ingevuld, maar dat wij dat zelf handmatig hadden moeten invullen. Oké, dan maar weer terug naar de gendarmerie om het formulier handmatig in te vullen. De hoge pief heeft middagpauze, maar dankzij het smeergeld is er wel een andere hoge pief die voor ons de blanco formulieren wil uitdraaien en na invullen wil stempelen. Met deze formulieren weer terug naar de politie en daar wordt ons verteld dat alles in 2-voud had moeten worden ingevuld. Dus weer terug naar de gendarmerie om de formulieren nog een keer in te vullen en deze af te laten stempelen. Dan weer naar de politie om dit weer te laten stempelen en dan een laatste keer naar de gendarmerie die ons eindelijk een bewijs geeft dat wij een nieuw 3 maanden visum hebben aangevraagd. Ondanks of dankzij het smeergeld hebben wij na 8 uren onze benodigde papieren.

Weer aangekomen op de camping in Tighmert zien we dat Gerrit en Jorina (www.togetherontour.nl) er ook staan. Zij hebben zo veel problemen gehad om de Senegalese grens over te komen zonder carnet de passages dat zij besloten hebben terug te keren naar Marokko en hier hun reis voort te zetten. Het is erg leuk om hun weer te ontmoeten en we hebben een gezellige dag met z’n 4en.

Via Fask en Irherrhar rijden we richting Bou Izakarn en slaan dan af naar Souk Jemaa n-Tirhirte. Volgens onze kaart moet er een piste naar dit dorp gaan, maar helaas is het een smal geasfalteerd weggetje. We rijden door richting Tafraoute en zetten de truck in een mooie oued om te overnachten. Al snel komt de politie langs om te zeggen dat we hier niet mogen staan omdat het gevaarlijk is. Het zou wel eens kunnen gaan regenen en dan zou de truck wegspoelen of mensen zouden stenen naar ons kunnen gooien. Ook al zijn wij helemaal niet bang voor deze dingen, we mogen van hun niet in de oued blijven staan. Omdat wij niet onder de indruk zijn van hun bangmakerij, vraagt de politie ons of wij eigenlijk wel toeristen zijn en wil onze paspoorten controleren. Omdat het al bijna donker is geworden, zetten we de truck op een mooi plekje 8 kilometer voor Tafraoute. Als we de wooncabine ingaan, zie ik dat ik 2 keukenkastjes vergeten ben af te sluiten en de inhoud van de kastjes ligt over de hele vloer verspreid.

De volgende dag rijden we naar les pierres bleues (de blauwe rotsen) vlak voor Tafraoute. Een Belgische landschapskunstenaar heeft hier het onzalige idee gehad om rotsen blauw en roze te schilderen. De omgeving van Tafraoute is werkelijk prachtig met bijna onnatuurlijk gestapelde rotsblokken en wij vinden de blauwgeschilderde rotsen een actie van vandalisme.  Je kan hier wel prachtig vrij staan met de truck en mooie wandelingen maken.

Tafraoute
 
 
 
Via Igherm rijden we naar Taliouine. Van Tafraoute naar Igherm is de route vrij saai met kale onbewoonde heuvels. De amandelbomen staan nog niet in bloei en daarom ziet het er allemaal een beetje naargeestig uit. Na Igherm wordt de route mooier met prachtige vergezichten. Veel bruggen over oueds zijn weggespoeld en nog niet gerepareerd. Het is moeilijk in de bergen een leuke overnachtingsplek te vinden.

De volgende dag rijden we naar Aoulouz en nemen een paar kilometer buiten dit dorp een weggetje richting Ouzioua om vervolgens een piste richting een waterval te nemen. We rijden het stuk piste door de bergen, maar deze is zo smal, dat we met moeite haarspeldbochten kunnen nemen. We rijden op het randje van het pad met bochten die aan de afgrondzijde zijn opgevuld met keien. Een geitenhoeder op de berg staat te lachen om de gekke toeristen die met een veel te grote truck dit pad willen rijden. We besluiten de piste niet verder af te rijden en vinden een mooie overnachtingsplaats in de prachtige omgeving met bergen en diepgroene arganbomen.



Als we op de Tizi n Test bergpas rijden zien we ineens Gerrit en Jorina in hun Unimog achter ons verschijnen. Op het hoogste punt van de pas (2100 meter) drinken we wat bij een restaurantje. De Tizi n Test pas is veel smaller dan de Tizi n Tichka pas en is veel rustiger wat verkeer betreft. Ook vinden wij de omgeving en de natuur waar wij doorheen rijden, mooier. Een stukje voor Asni zetten we de trucks op een heuvel tussen de naald- en eucalyptus bomen. Onder in het dal liggen zoutmijnen. Omdat het ’s avonds flink afkoelt, maakt Gerrit een kampvuur en kunnen we in het licht en de warmte van het vuur ons bord eten opeten. Om 10 uur ’s avonds komt de boswachter ons vertellen dat we hier niet mogen staan en dat we ook geen kampvuur hadden mogen maken. We doven het vuur en uiteindelijk is het toch geen probleem dat we hier overnachten. De volgende dag rijden Gerrit en Jorina richting Marrakech en wij slaan af tussen Asni en Tahanaoute en nemen een mooie smalle route door de bergen richting Oukaimeden (Marokkaans skioord). De route is prima te rijden, met alleen in het begin een erg krappe doorgang tussen huizen in een dorp. Als onze truck breder was geweest, hadden we de daken van de huisjes afgereden. De bergroute komt uit in de vallei van l’Ourika. Deze vallei valt ons erg tegen en is bovendien erg toeristisch. Overal staan mannetjes met groene of oranje hesjes toeristen naar parkeerplaatsen te dirigeren, er zijn veel restaurants met rode en oranje plastic stoelen, op parkeerplaatsen staan zielige kamelen waar toeristen een ritje op kunnen maken en er zijn veel winkels met de gebruikelijke Marokkaanse souvenirs. We willen eigenlijk de waterval van Setti Fatma bewonderen, maar draaien snel de truck om en rijden richting Demnate. We overnachten in een oued bij Sidi Rahal. 3 Keer komt de politie langs om te zeggen dat we voor onze veiligheid beter bij het benzinestation of het politiebureau in het dorp kunnen gaan staan. We blijven in de oued staan, maar ons is zo langzamerhand wel duidelijk dat de Marokkaanse politie bezorgd is om de veiligheid van buitenlandse toeristen.

We doen inkopen bij de Marjane supermarkt in El Kelaa des Sraghna, waar de beveiligers van de winkel uitgerust zijn met metaaldetectoren. We rijden verder richting Beni Mellal en slaan af bij Afourer om naar de barrage van Bin el Ouidane in de Hoge Atlas te rijden. Een heel mooi (stuw)meer in de bergen, waar we helaas geen fijne plek vinden om vrij te staan.

Bin el Ouidane
 
 


We zetten de truck ergens langs de kant van de weg en als het donker is klopt de gendarmerie op de deur om te vertellen dat er op deze plek geen beveiliging is en dat we terug moeten rijden naar een dorp om de truck bij een hotel neer te zetten. Aangezien wij liever niet in het donker rijden en ook niet bij een hotel willen staan, weigeren wij de plek te verlaten. De gendarmerie begrijpt het, maar wil precies weten welke route wij de komende dagen gaan rijden en dat we de volgende ochtend fiches inleveren op het bureau van de gendarmerie in het eerstvolgende dorp. De nacht verloopt rustig en de volgende dag leveren wij de fiches in bij de gendarmerie, die ’s nachts om 1 uur nog gecontroleerd had of wij veilig waren. Bij Tilougguite houdt de asfaltweg op en begint de piste. De omgeving is prachtig, met hoge bergen begroeid met naaldbomen en beken die tussen de bergen doorstromen. Een zeer geïsoleerd gebied met maar af en toe een paar huisjes. Op een gegeven moment moeten we een gammel uitziende noodbrug over met losliggende balken en staalplaten, waar Mike eerst inspecteert of deze het gewicht van onze truck wel kan dragen. Volgens een Marokkaan kan het wel en we bereiken zonder problemen de overkant. Bij de Cathedral Rocks (La Cathedrale), een hoge rots in de vorm van een kathedraal, stopt de piste bij de rivier. Een leuke plek om te overnachten, alleen verdwijnt om 15.00 uur de zon al achter “de kathedraal” en wordt het koud en schemerig.

 
 


Een meisje dat met haar familie (9 kinderen) op een berg vlakbij woont, brengt thee en brood met olie bij de truck en vraagt of wij op bezoek komen bij haar familie. Ze is 15 jaar en vindt het erg jammer dat ze niet meer naar school gaat omdat ze mee moet helpen in de huishouding. Het liefst zou ze trouwen met een Nederlander en in Nederland wonen. Via de Tizi n Llissi bergpas (2600 meter) dalen we via smalle gravelpaden af naar de Vallei van Ait Bougmez. Hier komen we langs de dorpen Tabant en Agouti, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Langs de oevers van de rivier in de vallei zijn stukjes landbouw- en grasgebied, waar schapen en zwart-witte koeien staan te grazen. Jarenlang was de vallei in de winter compleet afgesloten van de buitenwereld en de mensen in de dorpen zijn sinds die tijd nog steeds min of meer zelfvoorzienend.  Pas in 2001 is er elektriciteit in het gebied gekomen.




Bij Agouti nemen we de verkeerde weg en rijden een akelig stuk weggespoelde piste naar Achaouikh en verder door naar Demnate. We vinden de route van het meer van Bin el Ouidane naar de vallei van Ait Bougmez een van de mooiste routes in Marokko die we tot nu toe hebben gereden.
Via Demnate rijden we naar camping Zebra in Ouzoud, waar we Gerrit en Jorina weer treffen en waar ook Marcel en Yvon ’s avonds arriveren. Overdag is de lucht stralend blauw en met een temperatuur van 20 graden vieren we met zijn 6en een gezellige 1e Kerstdag met live Marokkaanse muziek waarvan het volume iets te hard staat om nog met elkaar te kunnen praten. Camping Zebra is misschien wel de beste en schoonste camping in Marokko. 2e Kerstdag beginnen we aan de bergroute van Demnate naar Ouarzazate. Prachtig ruig landschap, maar de weg is vrij smal en op veel plaatsen is het asfalt verdwenen of zitten er grote gaten in de weg. We parkeren de trucks voor de nacht op 1600 meter hoogte op een heuvel waar het ijzig koud waait.
 
 
 
 
De volgende dag komen we in Ouarzazate aan waar het ook maar 13 graden is. Na benzine tanken en inkopen doen, rijden we door naar de oase van Fint. ’s Nachts vriest het.  Na een dagje uitrusten in Fint nemen we via Zaouia Tafetchna een piste richting Zagora. De piste gaat door zeer afwisselend landschap en is slechts op enkele punten een beetje krap voor de trucks. Onderweg overnachten we in een mooie verlaten oase, waar de vleermuizen ’s avonds vlak boven ons hoofd vliegen. De volgende dag doen we inkopen op de soukh in Zagora en rijden door naar Tagounite, waar de Africa Eco Rally bivak houdt. Marcel en Gerrit vinden rally’s geweldig interessant en maken veel foto’s van alle racetrucks. We mogen met onze trucks door de finish-ereboog rijden en Mike rijdt bij het achteruitrijden onze trap helemaal krom. We overnachten bij het bivak van de rally en “genieten” ’s nachts van het lawaai van brommende aggregaten en wegracende auto’s met hardknetterende uitlaten. ’s Ochtends rijden we naar het startpunt van de dagetappe van de rally, wat eigenlijk geheim is, maar waar Gerrit op slinkse wijze is achtergekomen. Hier staan we in het stof van helicopters en opnieuw hard wegracende motoren, buggys, auto’s en racetrucks. Als de rally is vertrokken, volgen wij een stuk de door hun te rijden piste en buigen dan af richting Algerijnse grens. We overnachten ’s nachts op een mooie plek tussen de zandduinen.
 
 
 
Marcel en Gerrit maken onze kromme trap weer zodanig betreedbaar dat we niet onze benen breken als we de wooncabine in of uitgaan. In plaats van vuurwerk op oudejaarsavond, genieten we van een prachtige sterrenhemel met af en toe een vallende ster.




 
 

vrijdag 27 november 2015

Marokko, november 2015



 
Van Dakhla rijden we verder zuidwaarts naar Portorico (Mike zegt onderweg tegen een politieagent dat we naar Costa Rica gaan).
Prachtige baai, waar kleine zandrozen en opnieuw veel sporen uit de prehistorie te vinden zijn. Het is een militaire zone waar je helaas alleen overdag mag staan.


Portorico



Circa 200 kilometer vanaf Dakhla staan we een aantal dagen bij een andere baai waar veel marginella schelpen te vinden zijn. Hier mogen we net zo lang staan als we willen. Wel worden we gewaarschuwd niet overal in het gebied rond te lopen i.v.m. landmijnen.

48 Kilometer voor Centre Bir Gandouz (Barbas) staan we op een mooie plek aan zee tussen de heuvels. De militairen zijn supervriendelijk en geven ons vis en vragen of we ook brood en water nodig hebben. Nadat we hier 2 dagen hebben gestaan, komen ze eigengebakken brood brengen. We mogen in dit gebied met de truck beslist niet buiten de pistes rijden i.v.m. landmijnen. Rondlopen is volgens de militairen geen probleem. Er loopt een mooie zandpiste vlak langs de zee die naar verschillende baaien leidt.
 
 
 
Het verderop gelegen vissersdorp Lamhiriz ligt volledig op de schop. Het ziet ernaar uit dat ze er een volwaardig dorp van gaan maken. We kunnen hier niet met onze truck staan.

De temperatuur in de Sahara is zeer aangenaam. Soms is het 28 graden en als het een uur of 1 ’s middags is, draait de wind naar het noorden en koelt het zo’n 4 graden af. Er staat een stevige wind maar er is weinig zand in de lucht. De schoonheid en het gevoel van vrijheid in de Sahara bevallen ons zo goed dat we besluiten hier langere tijd te blijven.

Via een klein stukje asfalt en verder rotsige piste rijden we naar Sebkha Imlili. We zetten de truck tussen de heuvels en vinden hier veel verroeste kogels en kogelhulzen. Als we de volgende dag verder rijden zien we graven en een oud militair kamp gemaakt van keien in de heuvels liggen. Het is duidelijk dat er in dit gebied oorlog is gevoerd. Onduidelijk is of we hier vrij kunnen rondrijden zonder op landmijnen te stuiten; we hebben de afgelopen dagen niemand gezien aan wie we dat kunnen vragen.
 
 
 
 

Vanaf Dakhla willen we dieper de woestijn in en naar Bir Anzarane rijden, wat ons helaas verboden wordt, omdat de koning over enkele dagen deze garnizoensstad komt bezoeken. We rijden door naar het vissersdorp Oued Lakraa, waar de toegangsweg gelukkig weer is gerepareerd. We staan hier een aantal dagen (1 dag met 36 graden en 1 dag met zandstorm en de ramen dicht).

Onder Boujdour helpen we wat Malinesen die een band van hun truck aan flarden hebben gereden en niet over de juiste sleutel beschikken om de wielbouten los te maken. Stukken band zitten muurvast om de wielnaaf heengewikkeld en we wachten urenlang tot de klus geklaard is. Ze zijn ons erg dankbaar en wij zijn blij dat we weer verder kunnen rijden. Onderweg komen we Jorina en Gerrit (www.togetherontour.nl) tegen die onderweg zijn naar Senegal. Grappig dat je bekenden zo ver weg in de Sahara tegenkomt.

We willen overnachten bij Plage Aouzialal vlak voor Boujdour, maar ook hier geldt de regel dat je er alleen overdag mag staan. We zetten de truck maar op de camping in Boujdour en doen nuttige dingen zoals inkopen en de was. Het water op de camping is veel te zout om als drinkwater te gebruiken.
We tanken goed drinkwater bij de eerste watertoren in het stadje. Er rijden trucks met watertanks af en aan en 1 van de trucks komt naast ons staan en pompt water in onze drinkwatertank.

Het valt op dat de koning ook in Laayoune op bezoek is geweest want voor het eerst in jaren is al het zwerfvuil langs de kant van de weg opgeruimd. Is het bezoek toch nog ergens goed voor.

Een stuk voor Tarfaya zetten we de truck vlakbij zee en als het bijna donker is worden we weer weggestuurd. Van de gendarmerie royale moeten we in het stadje gaan staan.

Van Julia en Adrian hebben we interessante waypoints gekregen in de buurt van Oued Ma Fatma. Ca. 1 kilometer vanaf de Oued rijden we de woestijn in en overnachten hier. Mike verkent met de quad de omgeving en constateert dat de piste waar we opzitten, doodloopt. Onderweg vindt hij een oude napjessteen. Archeologen weten niet waar de steen precies voor is gebruikt; misschien werd hij gebruikt bij ceremonieen, of om medicijnen, kruiden of kleurstoffen te malen. Vorig jaar vond hij er al een in Fint. Weer veel sporen uit de prehistorie en oude graven.
 
 
De volgende dag zien we dat we via een erg steile helling een plateau op moeten rijden. Dit lukt wel en boven op het plateau heb je een prachtig uitzicht over de oued, de zee en de heuvels maar hierna komt een erg steile afdaling met veel uitgespoelde losse scherpe stenen. Er bestaat een kans dat we via ditzelfde pad ook weer omhoog moeten en Mike is bang dat de stenen onder de truck wegrollen als we weer omhoog rijden. We besluiten deze afdaling niet te maken en rijden door naar Oued Chbika. De piste die door de oued loopt is vanwege de hoge waterstand in de oued afgezet met grote rotsblokken.
 
Oued Chbika
 
We rijden weer een stukje terug en nemen een route die op iets meer afstand van de oued loopt richting Abatteh. Van Abatteh rijden we na een overnachting  in de woestijn noordwaarts richting Tantan.
We rusten een aantal dagen uit in El Ouatia op camping Atlantique, waar we al die dagen de enige reizigers zijn. Zouden de recente aanslagen in Parijs zoveel invloed hebben op het reisgedrag van de Fransen? Het is te merken dat het seizoen richting winter gaat,- want zowel de dag- als de nachttemperaturen zijn aanzienlijk lager dan een week geleden.

Vanuit het dorp nemen we een piste langs de kust die naar Foum el oued Draa gaat. Helaas is de piste na enkele kilometers rijden, afgezet, en we kunnen op geen enkele manier verder rijden. We rijden weer terug naar El Ouatia en nemen een stukje buiten het dorp een gravelroad (soms wasbord en soms zandduintjes) naar de oued Draa. Volgens onze kaart kan je als je bij de oued bent erdoor heenrijden naar de overkant. Ook dit blijkt onmogelijk te zijn. We overnachten op een plateau met prachtig uitzicht op de Draa die de zee instroomt. Het plateau ligt bezaaid met gebruiksvoorwerpen uit de prehistorie. We rijden richting Tantan en zien nergens een pad dat door de oued leidt.

Omdat het hard waait en er veel zand in de lucht is, rijden we verder naar de in oued Draa gelegen Ksar Tafnidilt om hier te “schuilen”. Volgens Duitsers die we de afgelopen jaren hebben ontmoet, moet dit een geweldige plek zijn om te overnachten. Wij zijn van mening dat deze 4x4 relais mensen met een truck of camper weinig te bieden hebben; geen walstroom, drinkwater of wifi. De omgeving is wel prachtig. Helaas zijn we door de storm ergens ons nummerbord kwijtgeraakt en daarom rijden de hele route terug naar El Ouatia om hem te vinden. In El Ouatia loopt een man met zijn hond slangen te zoeken in de duinen langs de zee. De hond blaft zodra deze een slang heeft gevonden. De slangen; een cobra levert 200 euro op; worden naar Tantan of Guelmim gebracht. Mike krijgt een slangenhuid van ca. 1,50 meter lang. Behalve cobra's zitten er ook hoornadders in het duinengebied.

zondag 25 oktober 2015

Marokko, oktober 2015


Marokko, oktober 2015

 

We staan een aantal dagen bij de zandduinen van Erg Chebbi en rijden dan naar Merzouga/Taouz om de piste richting Zagora te rijden. Omdat het hier afgelopen week 3 dagen constant heeft geregend wordt ons door Marokkanen afgeraden deze piste te rijden i.v.m. niet doorrijdbare oueds. Als je wil weten op welke plekken je wel de oueds kan oversteken, moet je een gids bij je hebben, en daar hebben wij geen zin in.

We laten ons niet kisten en proberen via Fezzou/Tafraout de Sahara op bovengenoemde piste te komen. Op een aantal plaatsen blokkeren flinke zandduinen de weg. Op die plekken verlaten we de weg en manouvreren tussen de zandduinen door. Een official die de hele dag op een heuvel op de uitkijk staat raadt ons opnieuw af om de piste richting Zagora te nemen. Met een kleine 4x4 zou het misschien lukken om door de modderige oueds te rijden, maar niet met onze zware truck. Leuk is wel dat we in Fezzou toevallig onze nomadenkennis/fossielengraver Salem tegenkomen. In het enige theehuis van Fezzou drinken we een paar glaasjes thee met hem en geven hem een zak met gebruikte kleding. Het is hier overdag 36 graden en we doen voor het eerst ’s avonds onze zwaaiventilator in het woongedeelte aan om wat af te koelen.

We rijden naar Zagora en blijven een aantal dagen op camping l’Oasis Palmier staan. Leuke en nette camping gelegen in een oase een stukje buiten Zagora, met helaas geen goed drinkwater. Ook op deze plaats is de tijd van de dadeloogst aangebroken. De woensdag/vrijdag-soukh bevindt zich niet meer in het centrum van Zagora maar enkele kilometers ten westen van het centrum. Je kan je voor 5 dirham met de taxi naar het centrum van Zagora laten brengen. Op de camping ontmoeten we aardige Duitsers, Ingrid en Peter, met hun 30 jaar oude MAN truck.



Na een paar dagen Zagora rijden we via de nieuwe korte weg naar Foum Zguid. Op de camping midden in het dorp vullen we onze drinkwatertank weer bij met goed water. Als we de truck aan de walstroom zetten, houdt de victron stroomomvormer er, waarschijnlijk door de te hoge temperatuur in onze garage, mee op. Als we de volgende dag ons aggregaat testen, houdt deze er ook na 1 minuut mee op. Na resetten van de victron en bijvullen van de olie in het aggregaat, doen beide apparaten het gelukkig weer. Een stukje buiten Tata staan we bij een oude oase. Opnieuw is het veel te warm om een wandeling te maken en de omgeving te verkennen. De volgende dag rijden we een leuke piste tussen de bergen.

In de buurt van Tata
 
 

 

In de oase van Tighmert bezoeken we Hassan en Samira van camping l’Oasis de Tighmert. We worden uitgenodigd om samen met diverse familieleden te eten. Heel vriendelijk, alleen kunnen we dan nog niet weten dat we pas om half 1 ’s nachts te eten krijgen. Het erg goed smakende schapenvlees wordt met stukjes brood en met de handen uit een grote schaal gegeten; wij krijgen een bord en bestek. Omdat Hassan af en toe alcohol drinkt, bidt hij geen 5 keer per dag tot Allah.
De volgende dag komt er een vrouw langs die de handen en voeten van Samira met henna vermengd met citroensap “tatoeert”. Met een klein spuitje worden voeten en handen van sierlijke lijntjes henna voorzien. Na een tijdje drogen, wordt de henna er met een mes afgekrabd.



In El Ouatia (Tan Tan Plage) staan we op camping Atlantique. Omdat het toilet/douche gebouw afgesloten is, mogen we gebruik maken van de douche/wc in een van de bungalows op het terrein. Zowel in de woonkamer als in de douche liggen veel dode? kakkerlakken. Voor het douchen vegen we eerst alle kakkerlakken bij elkaar en blijkt dat ze niet allemaal dood zijn. De helft van de beesten rent hard weg en komt weer tevoorschijn in de douchebak terwijl we douchen. De Duitsers Ingrid en Peter komen de volgende dag ook op de camping en we hebben het erg gezellig met elkaar. De camping heeft goed drinkwater en in het dorp kan je levensmiddelen inslaan en geld wisselen. In het eerste dorp na El Ouatia, Akhfenir, ruilen we onze lege gasfles in en kopen een volle voor 45 dirham.

Ingrid und Peter
 

Bij de haven van Tarfaya nemen we een weg naar links en komen zo op een nieuwe weg (staat op geen enkele kaart) die in de buurt van Foum El Oued uitkomt. Een mooie rustige weg waarmee je het drukke Laayoune omzeilt. Bovendien is deze route qua landschap aantrekkelijker dan de andere weg naar Laayoune. Een stukje buiten Tarfaya staan we in de buurt van het gestrande passagiersschip dat vroeger naar de Canarische Eilanden voer. Van een Marokkaan krijgen we zomaar gegrillde sardientjes. De marine royale, die hier om de 500 meter een militaire post heeft, komt een praatje maken en houdt ’s nachts de omgeving goed in de gaten. Er wordt in het donker zelfs gecontroleerd of er geen illegale vluchteling onder onze truck is gekropen.

 

16 Kilometer na Lamsid overnachten we bij de prachtige oued van Ougnit. Hele vlaktes zijn bezaaid met stenen werktuigen, waaronder pijlpunten, uit de Neolitische tijd. In de oued zijn bijzondere vormen stenen en platen seleniet te vinden. Van de vissers uit het vissersdorp krijgen we elke dag gratis verse vis. ’s Nachts en ’s ochtends waait en regent het flink waardoor de vlaktes zijn veranderd in een modderbak; we rijden daarom door naar Boujdour. Hier hebben we weer telefoonbereik en kunnen we internetten met het thuisfront. In de Sahara kan je beter een Inwi telefoonkaart hebben, omdat Maroc telecom hier slecht of niet werkt. In Boujdour kan je bij de watertorens goed drinkwater tanken. Ook de volgende dag regent het flink. Op sommige plaatsen is de weg door de Sahara maar 4,5 meter breed en 2 vrachtwagens kunnen elkaar niet passeren zonder de berm in te moeten rijden. We moeten een half uur wachten op een vrachtwagen die vastzit in de berm en uit de modder getrokken moet worden. Pistes landinwaarts kunnen voorlopig niet gereden worden. We willen overnachten in Oued Lakraa, maar dat vissersdorp is onbereikbaar geworden door de weggespoelde weg erheen.

In Dakhla staan we een paar dagen op de camping en doen inkopen bij de overdekte markt. Onder Dakhla  tot aan de Mauritaanse grens zijn geen groentes en fruit meer te krijgen.

woensdag 30 september 2015

Spanje/Marokko, september 2015


Spanje/Marokko, september 2015

 

 

Voordat we richting Spanje vertrekken, gaan we eerst van 2 t/m 6 september naar Willys Treffen in Bad Kreuznach in Duitsland. Zoals gewoonlijk is het een gezellig 4x4 treffen, waar we naast onze Nederlandse reiskennissen ook veel buitenlandse reizigers zien die we de laatste jaren in Marokko hebben leren kennen. Vanuit Bad Kreuznach rijden we via de route du soleil Spanje binnen. We overnachten in Monars (hier worden we na 1 dag weggestuurd door de politie), Burriana (aan het eind van de boulevard) en een paar dagen in Canada de Gallego. Omdat het hier een week geleden veel geregend heeft, is het pad naar Playa les Perchelles veranderd in een modderbak. ’s Ochtends moeten we eerst een auto met Spanjaarden lostrekken uit de modder en aan het eind van de middag staat een wanhopig Frans stel met 100 euro in de hand te wapperen bij onze truck. Ze hebben zichzelf vastgereden op het strand en vragen of Mike hun eruit komen trekken. Door een stuurfout komt onze truck vast te zitten in een zachte walkant bij een slootje en de Fransen moeten helaas nu eerst ons helpen met uitgraven van de banden. Rijplaten neergelegd, banden afgelaten en er weer uitgereden. Hierna met de sleepkabel de Fransen van het strand afgetrokken.

 

De volgende overnachtingsplekken zijn in de buurt van San Juan de los Terreros (mooie baai), Roquetas de Mar (vreselijk toeristisch, 1 keer en niet weer) en een stukje buiten Tarifa. In Tarifa waait het zo hard dat je gezandstraald wordt bij de zee. De temperatuur is hier net als de afgelopen dagen wel prima; zo’n 28 graden. Op 21 september is de wind eindelijk gaan liggen en vertrekken we vanaf Algeciras naar Ceuta in Marokko. In Algeciras mogen we nergens in de buurt van de haven onze truck parkeren om een ticket te kopen. Na veel rondjes rijden, parkeren we de truck uiteindelijk op een parkeerterrein voor vrachtwagens, dat een eind van de ticketverkooploketten ligt. Een retourticket (1 jaar geldig) kost dit keer 232,00 euro.

De truck achteruit de boot opgereden en het Spaanse bootpersoneel zit alleen maar tegen Mike te schreeuwen en te gebaren hoe hij de truck vlak tegen stalen balken aan moet rijden. Mike wordt hier niet goed van. Dan moeten we snel de truck verlaten omdat een andere vrachtwagen met enkele centimeters tussenruimte naast de onze moet staan en kunnen we Tosh niet meer meenemen naar het bovendek. Hij moet nu alleen een uur voor in de vrachtwagen blijven, wat hij niet gewend is. Als we zijn aangekomen in Ceuta en weer in onze truck gaan, zien we dat Tosh zich helemaal uit zijn tuigje heeft gewurmd en dat hij in paniek uit het raam heeft gehangen en alles voorin de cabine heeft natgekwijld. Gelukkig is hij niet door het openstaande raam gesprongen en op zoek gegaan naar ons.

De grensformaliteiten verlopen snel en soepel. Het scheelt een boel invulwerk van papieren als je in Nederland al de invoerpapieren voor de truck en quad klaarmaakt. Dit kan via de site van de douane van Marokko. Het invoerpapier heet een D-16ter.

Op de camping in Martil, waar het 34 graden is, doen we de was en vullen onze drinkwatertank weer bij. Ook doen we inkopen in het dorp en wisselen geld; voor 1 euro krijgen we 10.60 dirham.

Op 24 september rijden we naar een klein meertje iets ten zuidoosten van Ouezzane. Het is vandaag een feestdag in Marokko; slachtdag. Elke familie slacht vandaag 1 of meerdere schapen, afhankelijk van de grootte van de familie. De rest van de week gaan ze alleen maar schaap eten. Onderweg zien we bij de huizen de gevilde schapen aan de bomen hangen. Ook zijn er mensen die hun schaap in de plaatselijke autowasserette slachten. De economie ligt vandaag plat en er is ook bijna geen verkeer op de weg.

 

In Fes kopen we een Jawal sim-kaart van Maroc Telecom zodat we voor een gunstig tarief kunnen bellen en internetten(0,60 per minuut bellen naar Nederland). De simkaart is een jaar geldig en je kan overal opwaardeerkaartjes kopen. De camping in Fes, Le Diamant Vert, is (permanent?) gesloten.

In de buurt van Taza bewonderen we het Tazekka National Park. Prachtig groen natuurgebied met kloven, grotten en rotsen begroeid met kurkeiken en naaldbomen. Onderweg vinden we stukken versteend hout. Als we de truck op 1400 meter hoogte parkeren voor de overnachting gaat het even flink te spoelen.

 

Via Guercif rijden we richting Missour. Een stukje ten zuiden van Oulad Oulet El Haj parkeren we de truck bij een mooie rivierbedding met mini waterval. Het is vandaag erg warm en we kunnen onszelf heerlijk afkoelen in de kleine met regenwater gevulde poelen tussen de rotsen. Er zijn op deze plek neolitische speerpunten en andere stenen gebruiksvoorwerpen te vinden.

 
 
 

De volgende dag staan we een stuk ten zuiden van Missour weer bij een rivierbedding en zien opnieuw speerpunten en stenen gebruiksvoorwerpen. ’s Avonds begint het te spoelen en te onweren.

We rijden via Midelt en Errachidia door naar Meski waar we 1 nacht op de vieste camping van Marokko staan; La Source Bleue. We zijn hier de enige reizigers en toch zijn de wc’s zo vies dat zelfs de Marokkanen er niet meer heen durven te gaan.

Via een wasbordpiste rijden we van Erfoud naar Erg Chebbi. Omdat het de afgelopen dagen veel geregend heeft, zijn de lage vlaktes voor de hoge zandduinen op sommige plekken gevaarlijk drassig. Tussen de zandduinen zijn veel neolitische/mesolitische microlieten te vinden.

vrijdag 20 maart 2015

Marokko/Spanje, maart 2015



Op weg van Zagora naar Ouarzazate stoppen we ca. 24 km. voor Ouarzazate bij een veld met stromatolieten. Stromatolieten zijn een van de oudste fossielensoorten. Ze worden gevormd door cyanobacteriën en zijn 1 tot 3,5 miljard oud. We nemen 2 losliggende stukken mee.

Stromatolieten
 
 
 

We kijken weer even in Fint, waar de natuur zich gelukkig weer aan het herstellen is; er zijn al meer kikkers, schildpadden en vissen. We hebben voor Aziz, die in een dorpje in de oase woont, een tent meegenomen zodat hij met toeristen lange trektochten kan maken. Hij is wel blij met de tent, maar hij heeft nu eigenlijk ook nog 2 of 3 slaapzakken nodig! Omdat veel tuintjes zijn weggespoeld, eet zijn familie op dit moment alleen maar dadels en daarom geven we hem ook nog wat dirhams om eten te kopen.

Schoenmaker in Fint
 
 
Van Ouarzazate rijden we via Ait Ben Haddou naar de in de Hoge Atlas gelegen kasbah’s van Animiter en Telouet. Onderweg zien we ook nog de Telouet zoutmijn. Volgens ons Marokko handboek moet vooral de kasbah van Telouet spectaculair zijn; wij zien niets meer dan bulten “gesmolten” klei.
We parkeren de truck op een leuke plek op 1730 meter hoogte, waar we nog wat mooie stukjes mineraal vinden.

’s Avonds om een uur of 7 klopt de gendarmerie royal op de deur om te zeggen dat het voor onze veiligheid beter is om de truck een stuk verderop neer te zetten bij een auberge waar licht brandt. We voelen ons niet onveilig en blijven daarom op deze plek staan. Wel noteert de gendarmerie onze namen en paspoortnummers en geven zij hun telefoonnummer voor het geval er iets mocht gebeuren.

De Tizi n Tichka pas is zoals altijd erg kronkelig en door de vele regen van de afgelopen maanden zit de weg vol kuilen en verzakkingen. Via Larache en Tetouan komen we uit bij camping Al Boustane in Martil, waar we goed drinkwater kunnen tanken voor onze terugreis door Europa.

Op 9 maart gaan we bij de Spaanse enclave Ceuta de grens over. Na de paspoortcontrole wordt de truck gecontroleerd en plukt de Marokkaanse douane een Marokkaan onder ons chassis weg, die daar kennelijk onder is gekropen toen we met de truck in de rij stonden te wachten voor stempels in ons paspoort. Mike is zo boos dat hij de Marokkaan een trap in zijn buik geeft. Het verbaast ons, dat terwijl er allemaal auto’s om ons heen stonden,  niemand ons even heeft gewaarschuwd dat er iemand onder onze truck kroop. De grensformaliteiten verlopen verder soepel.
Om 11 uur staan we bij de haven en blijkt dat de eerstvolgende boot naar Algeciras pas om 14.45 vertrekt. Ook nu zijn er weer Marokkanen die sneaky rondlopen en kijken of ze onder onze truck of met een andere camper kunnen “meereizen”. Na de ervaring van vanochtend houden we het goed in de gaten.

We staan enkele dagen in Tarifa aan zee, waar het prachtig weer is. Er zijn veel kitesurfers. De guardia civil rijdt meerdere keren per dag langs en alhoewel hier een kampeerverbod geldt, wordt niemand ’s avonds weggestuurd.
Als het weer slechter wordt rijden we vanaf Malaga via de N340a een mooie route vlak langs de kust. Prachtige uitkijkpunten over de Middellandse zee en het is hier niet volgebouwd met flats en appartementencomplexen.

La Herradura


In het natuurgebied Cabo de Gata in de buurt van Almeria staan we in Aqua Amarga aan zee. De ouders van Mike kwamen hier meer dan dertig jaar geleden met hun camper “overwinteren”. Aqua Amarga is een leuk dorpje gelegen aan een baai, waar een gemoedelijke sfeer heerst.

Aqua Amarga


Bij Canada de Gallego wachten we op zonnig weer maar dat wil maar niet komen. Als het ook nog begint te regenen, rijden we verder door naar het noorden. Na 1 nacht in de buurt van Tarragona (Monars) aan zee te hebben gestaan (met max. 14 graden) rijden we via de route du soleil weer naar Nederland.

woensdag 25 februari 2015

Marokko, februari 2015


Bij de MAN garage in Casablanca halen ze de as uitelkaar en blijken we niet de goede onderdelen te hebben gekregen in Agadir. We moeten opnieuw wachten op andere onderdelen. De as wordt weer inelkaar gezet en we laten meteen alle olie en filters van de truck vervangen. Het arbeidsloon van de garage is slechts 18 euro per uur. We wachten op camping l’Ocean Blue in Al Mansouria tot de onderdelen binnen zijn. De camping is netjes onderhouden en aan zee gelegen. Rondom de camping worden lage flats gebouwd en daarom de hele dag bouwgeluiden. Het strand ligt vol kapotte bierflesjes en we kunnen moeilijk begrijpen dat dit in de zomer een geliefde plek is bij de inwoners van Casablanca. Omdat we nog een aardige voorraad eten bij ons hebben, is het niet erg dat er geen winkels in de buurt van de camping zijn. Helaas begeeft ons Webasto waterstation het, net nu het hier veel dagen koud en regenachtig is.

Na 11 dagen wachten krijgen we een sms-je dat over 3 dagen een nieuwe wielnaaf voor ons klaarligt bij de garage. Het is niet mogelijk om alleen de oliekeerringen te vervangen en een nieuwe wielnaaf kost 2000 euro. Dat het allemaal zo lang duurt, ligt niet aan de DHL, maar aan de Marokkaanse douane.
Bij de garage aangekomen, blijkt de wielnaaf nog steeds bij de douane te liggen en omdat het vrijdag de 13e is moeten we 7 uren bij de garage wachten tot de douane het onderdeel vrijgeeft.

Blij dat we eindelijk weer kunnen rijden, tuffen we de volgende dag via Kouribgha en Kasba Tadla richting Imilchil in de Hoge Atlas. Volgens weeronline.nl moet het hier lekker weer zijn (graad of 18), maar op sommige plaatsen ligt nog sneeuw langs de weg, hebben we nachtvorst en is het overdag amper 8 graden. We maken dankbaar gebruik van het kleine elektrische kacheltje dat we 2 dagen geleden voor noodgevallen hebben gekocht. De Hoge Atlas is prachtig met snelstromende beken en besneeuwde bergtoppen, maar vanwege de kou willen we hier niet te lang blijven. Via de Todra vallei komen we uit bij Tineghir.
 
Hoge Atlas
 
 
 
In de buurt van Tineghir is het 22 graden en de lucht is stralend blauw. Helaas is de weersverwachting voor de komende dagen zo slecht, dat we besluiten op een camping te gaan schuilen. De volgende dag stormt het en zit de lucht vol zand. De dag daarop is het slechts 3,5 graad en sneeuwt (met zand) het urenlang.  Volgens de campingbaas heeft het hier sinds 2006 niet meer gesneeuwd.
 
 
 
Na de sneeuw krijgen we 30 uren lang onophoudelijke regen. Als het is opgeklaard rijden we via een wegomleiding naar Alnif. Op diverse plekken zijn bruggen en stukken weg weggespoeld. Een paar kilometer buiten Alnif nemen we een piste die tussen de Djebel Tiskaouine en de Djebel Issimour doorgaat.  Een bijna niet bereden pad waarbij we door veel oueds moeten rijden. De omgeving is prachtig met een door de vele regen, groene waas over het landschap en veel bloeiende planten.  Onderweg zien we veel tumulussen (pre-islamitische monumenten). Een tumulus is: stenen (meestal) neergelegd in een cirkel met soms uitlopers (antennes). Vaak is er ook een graf bij.
Omdat het zo erg geregend heeft, wordt het pad steeds onbegaanbaarder en besluiten we voor dat we echt vast komen te zitten in de blubber, weer terug naar Alnif te rijden.

Djebel Issimour
 
 

In Zagora kunnen we na weken “kou” eindelijk van warm weer genieten (27 gr.). Op woensdag en zondag is het markt in Zagora en kan ik heerlijk rondstruinen tussen de marktkraampjes. Op camping Oasis Palmier doen we de was en maken de camper weer eens goed schoon vanbinnen. Het water (puttenwater) van de camping is niet geschikt als drinkwater. Met Tosh maken we mooie wandelingen in de oase.
Een man heeft van palmbomenhout een mini uitvoering van onze MAN gemaakt. Voor de 15e maart moeten we Marokko weer uit zijn, dus we gaan hier nog lekker uitrusten en genieten van het mooie weer.  



 
MINI MAN kan alles
 
 

vrijdag 30 januari 2015

Marokko, januari 2015



Na het stenige stukje niemandsland tussen Mauritanië en Marokko steken we bij Guerguerat de Marokkaanse grens over. Er staat een lange rij vrachtwagens te wachten voor de toegangspoort en ik stap uit om bij een soldaat te vragen of wij langs de rij mogen rijden. Dat mag, en tot groot ongenoegen van alle wachtende vrachtwagenchauffeurs, kunnen we zo doorrijden tot vlakbij het gebouw met de scan. De douane en politie hebben echter vandaag bedacht dat het toerist-pesten dag is, dus moeten we de truck eerst weer ergens anders neerzetten. Met drie man willen ze in het woongedeelte kijken. Kastjes en koelkast moeten open en matrassen worden opgetild. Bijzondere belangstelling krijgen de hondensnoepjes van Tosh, de aanmaakblokjes voor de barbecue, het doosje met koffiefilterzakjes en een spuitflesje tegen insectensteken. Erger is dat ze onze machete vinden. Volgens hun is dit in Marokko een wapen. Wij blijven volhouden dat het een gereedschap is om takken e.d. weg te hakken en elke keer dat de politieman de machete ergens klaarlegt om m mee te nemen, pak ik m snel weer weg en leg m binnen mijn handbereik. Ze krijgen wel door dat wij hun het mes niet zomaar mee laat nemen en uiteindelijk mogen we het houden. Vervolgens willen ze weten hoeveel euro’s we bij ons hebben, terwijl ze zelf niet weten hoeveel euro’s geïmporteerd mogen worden.

Dan moet Tosh uit de truck en moet de douane voorin kijken. Gevraagd wordt waar de kaart is. Welke kaart?????????? Omdat ze op geen enkel gebied resultaat boeken, vragen ze als laatste naar het inentingsboekje van Tosh.
De truck gaat daarna met de machete open en bloot in het woongedeelte door de scan en de scan registreert het mes niet eens.
Na bijna 5 uren zijn we de Mauretaanse en Marokkaanse grens over.

Na omzwervingen door de West Sahara waarbij Mike een prehistorische speerpunt van 8 cm. en prehistorische snijvoorwerpen vindt en ik een fossiele haaientand van 6,5 cm., komen we aan in Guelmim. Volgens internet zou deze stad zwaar getroffen zijn door de grote regenval in november. We zien dat er veel modder her en der over de wegen is gespoeld, maar dit is allemaal al weer weggeschoven. Ook zijn wat bermen van wegen weggespoeld, maar ook die zijn alweer gerepareerd. Volgens de Marokkanen is het lang geleden dat er zoveel regen is gevallen. De regen vonden ze niet zo erg, dat ze door de dagenlange stroomuitval geen bereik meer hadden met hun mobieltjes, was veel erger. Het mooie van de regen is, dat er op veel plekken in de woestijn gras begint te groeien . Ook de oases staan er frisgroen bij.

Oase van Tighmert

 
We staan enkele dagen bij de oase van Tighmert om goed drinkwater te tanken en de was te doen en rijden dan door naar Assa, waar we de aankomst van o.a. de trucks willen zien die meedoen aan de Africa Eco Race. Dit is een alternatieve Parijs/Dakar rally. We hebben geen enkel idee waar ze precies aankomen en verwachten dat ze via de woestijn ten zuiden van Assa binnenkomen. Omdat we daar niets van voertuigen of een rally ontdekken, rijden we maar weer noordwaarts van Assa richting Foum el Hassn. Dan komen de deelnemers (Kamaz, MAN, Tatra etc.) van de race ons tegemoet en blijkt dat ze met een gangetje van ca. 85 km. per uur over asfalt naar Assa rijden. Elke truck wordt gevolgd door een servicetruck met onderdelen. Als “dank” voor onze interesse in de race, krijgen we een opspattende steen tegen onze voorruit, waar nu dus een ster inzit.



15 kilometer na Icht slaan we rechtsaf bij een waterput om een piste te nemen die niet op de kaart of de Marokko Topo staat. Ca. 25 kilometer weinig bereden, interessante en afwisselende piste, waar Mike nog een prehistorisch gebruiksvoorwerp vindt. De piste komt uit bij Ouabelli.

 

10 Kilometer voor Tata nemen we een piste, die richting de Algerijnse grens gaat. Op een gegeven moment komen we bij een militaire zone, waar met borden aangegeven is dat verder rijden zonder authorisatie  verboden is. De baas van de militairen nodigt ons uit om een glaasje thee te drinken en vindt het erg leuk om met ons te praten. Hij vertelt dat de Africa Eco Rally een paar dagen geleden hier langs is gekomen en dat Amerikanen op dit moment onderzoek doen in het gebied naar de aantrekkingskracht van de aarde en geeft ons zomaar een stuk meteoriet! Het woord “meteoriet” kent hij niet en hij legt ons uit dat het een steen is die uit de lucht is komen vallen en die ssssssssst zegt als ie in het water valt. We mogen van hem zonder officiële authorisatiepapieren het militaire gebied inrijden, als we maar aan niemand vertellen dat we via zijn militaire kamp het gebied zijn ingegaan. Voor het wegrijden krijgen we nog 2 eieren van zijn eigen kippetjes mee voor een omelet. De eerste dag halen we nog niet de helft van de totale lengte van de piste. We rijden over stoffige vlaktes, stenige paden en door zanderige oueds waar volop bloemen bloeien. Voor een groot deel volgen we de Parijs/Dakar rally-piste die aangegeven is door middel van geschoven bulten aarde met wat stenen erop. De piste gaat, op de militaire kampementen na, door onbewoond gebied en is door de vaak hobbelige route niet echt prettig om te rijden.

De volgende dag rijden we verder langs de oued draa  en passeren nog 2 militaire posten waar we alleen maar onze fiches af hoeven te geven. Laat in de middag komen we aan op de camping in het stadje Foum Zguid. De bergen rondom Foum Zguid zijn prachtig paarsgekleurd door de vele bloeiende planten. Op de camping tanken we vers drinkwater en doen we de was. Omdat de laatste nachten vrij koud waren (0-4 graden) willen we ’s avonds de wooncabine opwarmen, maar het Webasto waterstation slaat na ca. 5 minuten branden telkens op storing door vlamonderbreking. Op aanraden van Willy van Twigatravelcars koppelt Mike de uitlaat los van de kachel en laat de kachel zo flink schoonbranden. En..........., hij doet het weer.

Erg leuk is dat de volgende dag de Zwitsers, Julia en Adrian met hun Toyota Hilux de camping oprijden. We hebben hun bij Willies Treffen in Duitsland in september 2014 leren kennen. Zij hebben vorig jaar met Yvon en Marcel door Marokko getoerd. Omdat het voor Marokkaanse begrippen slecht weer is in Foum Zguid, harde wind en een graad of 13, brengen we met ons 4en veel gezellige uurtjes door in onze truck. We bekijken elkaars onderweg gemaakte foto’s en wisselen coördinaten en informatie uit. We ontmoeten ook nog Bert en Astrid met een gerestaureerde Mercedes 911. Zij zijn voor het eerst in Marokko en we geven hun nog wat tips voor hun verdere reis.

 
 
 

Op weg naar Tazenakht zien we wat de overstroming van november heeft aangericht. Bruggen en stukken weg zijn weggespoeld of meters verplaatst en palmbomen ontworteld. Mooi is wel dat de bergen met gras zijn begroeid en dat er veel bloeiende woestijnplanten te zien zijn. Enkele kilometers voor Tazenakht nemen we een piste naar de oase van Fint. De piste blijkt een gravelroad, die prima te rijden is. Aangekomen in de oase van Fint weten we niet wat we zien. De overstromingen hebben een enorme ravage aangericht. Alle tuintjes in de oase zijn weggespoeld en er liggen veel ontwortelde palm- en fruitbomen. Het is een grote strop voor de bewoners van Fint dat zij nu niet meer kunnen voorzien in hun eigen eten. De vissen, kikkers en schildpadden zijn door de zee van water, die zeker 6 meter hoog was, bijna geheel verdwenen. De oase heeft voorlopig een groot deel van zijn charme verloren. De temperatuur hier is ook om te huilen; 12,5 graden. Het is bewolkt en ’s nachts valt er regen.
Op dit moment worden er in Fint weer filmopnames gemaakt voor een nieuwe Asterix en Obelix film en ook de decorstukken voor deze film zijn door de overstromingen ernstig beschadigd.

Fint
 
 


In Zagora staan we op camping Oasis Palmier. Hier is het erg rustig met bijna alleen maar 4x4 voertuigen. Het is koud (14 graden) en af en toe doen we de kachel maar aan. We zetten de MAN aan de walstroom en doen hier de was. Het drinkwater is hier niet goed, dus we wachten nog even met het bijvullen van onze watertank. Mike ontdekt een plasje olie bij het achterwiel en omdat waarschijnlijk een oliekeerring lekt, bellen we de MAN garage in Casablanca om te vragen waar we dit het beste kunnen laten repareren. Zij willen ons naar Marrakech laten rijden en dan een monteur naar ons toesturen. Mocht het niet te repareren zijn, of heeft de monteur niet de juiste onderdelen dan kunnen we doorrijden naar Casablanca. Casablanca ligt in het noorden en we zien het helemaal niet zitten om zover noordwaarts te gaan. Omdat we op internet hebben gelezen dat er ook een MAN garage in Agadir is, gaat onze voorkeur uit naar deze stad. Via Tazenakht, Talliouine en Taroudannt rijden we in een harde storm met veel zand in de lucht naar Agadir. Hier aangekomen, blijkt de garage nog in aanbouw te zijn en vinden de reparaties aan de trucks plaats buiten op de stoep. De oliekeerring is zowel in Agadir als in Casablanca niet op voorraad en moet opgestuurd worden vanuit Duitsland. Over een week is het onderdeel binnen. “Beangstigend” is dat de monteurs ons vragen welke soort olie er in het differentieel moet en of wij ook gereedschap hebben om de keerring te monteren.

Omdat we nu zeker een week moeten wachten, doen we eerst inkopen bij de Marjane en rijden door naar Taghazout en zetten de truck aan het strand tussen andere 4x4 trucks. Het is hier best wel gezellig en we zien weer veel mensen die we her en der in Marokko en de West Sahara al zijn tegengekomen. We ontmoeten o.a. Stany en Carina (www.shaggy2-worldtrek.weebly.com) en Patrick en Greet (www.wijzijnweg.com) uit België met hun MAN's, Karl Heinz Benemsi uit Duitsland in zijn Magirus en David, Noi en Sebastian uit Thailand in hun 31 jaar oude Mercedes. Mooi is dat de temperatuur bij Agadir een stuk beter is (20/21 gr.) dan in de gebieden waar we de laatste weken waren. Omdat het hier zo toeristisch is, valt er voor de Marokkanen veel te verdienen. Ze bieden fruit, brood, eieren, donuts, pinda’s, vis etc. aan tegen een veelvoud van wat het normaal kost. Er is zelfs een Marokkaan die “gerookte paling” roept en aanbiedt.

Na dik een week wachten op de onderdelen, reizen we weer af naar de garage in Agadir. Vannacht (29 januari) heeft er volgens Marokkanen een kleine aardbeving plaatsgevonden vlakbij Agadir. We hebben er niks van gemerkt en de koffiekopjes staan nog gewoon op tafel.

Vanaf het moment dat we de truck bij de MAN garage neerzetten, loopt er geen druppel olie meer uit de achteras. Vraag is nu of we de olielekkage wel moeten laten repareren. We zetten vraagtekens bij de juistheid van de geleverde onderdelen en ook omdat ze volgens ons vrij weinig kennis van zaken hebben, besluiten we de reparatie niet te laten uitvoeren.
Zodra we in Taghazout terug zijn, begint de as weer te lekken. We verlaten Taghazout om terug te reizen naar het oosten richting Merzouga. Jammergenoeg wordt de olielekkage onderweg alleen maar erger en daarom rijden we door naar Casablanca.