dinsdag 29 december 2020

Portugal, oktober en november 2020

 

Helaas zit een reis naar Marokko er dit jaar niet in. Door Covid19 varen er geen boten tussen Spanje en Marokko. Daarom dit keer een wat rustiger en waarschijnlijk minder avontuurlijke reis door Portugal en Spanje.

 

We vertrekken op 29 september. Eerst even langs Twiga Travelcars voor een reparatie en we slapen een nachtje langs de Waal. De 2e dag halen we een parking onder Parijs. Erg weinig campers of caravans gezien onderweg. Mensen zijn toch bang om te reizen in deze Covid19 tijd.

De volgende dag rijden we een paar uren en stoppen een stukje boven Angouleme. De parking wordt druk bezocht door homo’s en ik ga maar een stukje lopen met Tosh om andere mooiere dingen in de natuur te aanschouwen. De volgende dag regent het erg hard en onder Bordeaux spoelt het. Met zoveel water op de weg en met het profiel van onze banden is het beter wat langzamer te gaan rijden. Bij benzinepompen of wegrestaurants zijn mondkapjes helaas verplicht in Frankrijk. We wilden eigenlijk in het bos van Morcenx gaan staan, maar het noodweer zorgt ervoor dat we doorrijden naar Spanje. Als we over de Pyreneen heen zijn, rijden we op een gegeven moment over een besneeuwd (het is begin oktober!) stuk wegdek. We overnachten 2 nachten in de buurt van Burgos bij een dorpje genaamd Monasterio de Rodillo. Een bijzondere plek bij een 7e eeuwse kerk en natuurlijke bron. Het waait erg hard en het is maar 13 graden. Samen met Tosh maken we wat wandelingen in de buurt. Spanjaarden met mandjes in hun hand zoeken champignons in de heuvels.

We rijden door uitgestrekt saai akkerbouwgebied richting Benavente. We overnachten in een onaantrekkelijk armoedig dorp aan de rivier de Esla. De dorpsbewoners dragen bijna allemaal een mondkapje, ook als ze alleen in de auto zitten.

 

Na Benavente wordt de omgeving bosachtig en heuvelig. We staan een aantal nachten bij een praia fluvial in Micereses de Tera. Zeer rustige plek met beekjes waar otters in zwemmen. Prachtig weer met ca. 24 graden.

 

Op 8 oktober rijden we in 1 keer door naar Chaves in Portugal. Onderweg nog in Spanje kopen we een heerlijke pikante chorizo, waar we later spijt van hebben dat we er niet veel meer van hebben gekocht. We zien veel herten onderweg in de bossen.

Een aantal dagen staan we aan de ecoroute aan de rivier de Tamego een paar km. onder Chaves. We maken veel wandelingen langs de kunstmatig gemaakte lagoons. Vanuit de vogelkijkhut waar we naast staan, zien we slechts een zilverreiger en een ijsvogel als zgn. “bijzondere” vogels.

 

De volgende plek is Peso da Regua aan de rivier de Douro. Vanuit deze stad worden de portwijnen uit het Dourogebied via de rivier de Douro naar Porto gebracht. Het is een lawaaierig en onrustig stadje en daarom rijden we de volgende dag door naar Freixo de Numao. De was moet een keer gedaan worden en hier kunnen we voor 5 euro per dag op een camperplaats staan met elektriciteit en water. ’s Middags komt de bakker langs met brood en lekkere koeken. Ik maak wandelingen naar het zeer rustige dorpje waar een museum over archeologie is. Het dorp staat vol oude huisjes en het lijkt wel of er alleen maar oude mensjes wonen.

 

In Foz Coa bezoekt Mike het museum over archeologie en koopt hij een boek over de gravures in de Coa vallei. We staan een aantal dagen op een prachtige plek in de buurt van een verlaten mijn aan de Coa rivier.

 

Op 17 oktober rijden we langs het Serra Estrela gebergte naar Barril de Alva. Er wordt veel regen verwacht en daarom zoeken we een camperplaats. Barril de Alva heeft een leuke camperplek in de natuur met water en stroom (3,50) per dag. In het nabijgelegen restaurant kan je voor 11 euro pp een boerig driegangenmenu  nemen incl. kan wijn en koffie. Op de camperplaats staan 4 Engelse en 1 Franse camperaar. Er valt veel regen en met de dag stijgt het waterpeil in de rivier de Alva. Af en toe als het droog is, maken we wandelingen naar de praia fluvial de Ourtigal. Het dorp Barril de Alva heeft behalve een kroeg en een minimercado niks te bieden.

 

Op 30 oktober rijden we via Arganil naar Folques. In Arganil kunnen we de was doen en drogen bij de Intermarche supermarkt. In Folgues staan we op een grasveld bij een praia fluvial. Mooi weer, 24 graden. De komende 5 dagen is er in Portugal een mini lockdown waarbij de Portugezen binnen hun gemeente moeten blijven. Deze regel geldt gelukkig niet voor toeristen.

 

Er wordt weer regen verwacht en we rijden door naar een gratis camperplaats met elektriciteit en water in Miranda do Corvo. Een dorp aan de rivier de Corvo. Er staat 1 Franse en voor de rest alleen maar Portugese campers. Op de momenten dat het droog is maken we wandelingen met Tosh door een aangelegd bos met een riviertje. Op woensdag is er markt en er worden dan in een overdekte hal eigen verbouwde groentes verkocht en kastanjes en vis, buiten staan kramen met vooral kleding en schoenen. Ik vind de kraam met houten kinderstoeltjes en kleine krukjes voor 6//7 euro het leukste.

 

Met mooier weer op komst rijden we op 9 november naar de kust naar Praia do Osso da Baleia bij het dorp Carrico. Zelden hebben we zo’n breed schoon leeg strand gezien. Met ingang van vandaag is in 121 gemeenten een avondklok ingesteld van 23.00 uur tot 5.00 uur en in de komende 2 weekeinden gaat de avondklok in om 13.00 uur ’s middags. Die nachtklok boeit ons niet want we slapen dan immers en de weekend middagklok, ja dat is iets waar je rekening mee moet houden als je boodschappen gaat doen. We blijven 6 dagen hier staan en maken mooie wandelingen door bos- en duingebied en over het strand.

De volgende plek is achter de duinen bij Praia do Vigao. Het is duidelijk te zien dat er in het verleden een fikse duinbrand is geweest en de meeste pijnbomen staan er doods bij. Er liggen veel stukjes glas van ingeslagen autoruiten en aangezien er verder geen camperaars zijn, vinden we het niet vertrouwd de truck alleen achter te laten en te gaan wandelen. We rijden diezelfde middag nog door naar Praia da Vieira. Vlak voor het dorp zijn plekken om vrij te staan langs de Rio Lis. Deze rivier stroomt hier de zee in en het is spectaculair te zien hoe de zeegolven het land inrollen op het moment dat het vloed wordt. Totdat het die dag erg mistig wordt, staan er veel vissers tegenover ons aan de andere kant van de rivier te vissen.

De badplaats Praia da Vieira is onaantrekkelijk leeg en verlaten zo in de winterperiode. Een enkele Chinese bazaar en restaurantje is geopend.

 

Omdat Mike zich begint te ergeren aan het gestaar van de vissers aan de overkant van de rivier, rijden we door naar praia do Samouco. Opnieuw staan we helemaal alleen in het duin/bosgebied waardoor het weer moeilijk is om de truck onbeheerd achter te laten om een wandeling te maken.

 

Na 2 dagen hier te hebben gestaan, rijden we verder naar praia das Pedras Negras bij Sao Pedro de Moel. Prachtig overnachten met uitzicht op zee. Helaas blijkt het een homo ontmoetingsplek en als we Tosh willen uit laten stuiten we op homo’s die “verdwaald” zijn in de bosjes. Het strand is hier wel prachtig breed en schoon en via houten loopvlonders kan je van de ene strandopgang naar de andere lopen.

 

We verlaten de homo ontmoetingsplaats na 1 dag en rijden naar Praia da Areeira, ca. 3km. boven Nazare. Prachtige plek bij bos, duin en strand. De naaldbomen in het bos/duingebied worden gebruikt voor harswinning. Er zijn kerven in de bast van de naaldbomen gemaakt en de hars loopt in pannetjes die aan de bomen hangen. De hars wordt gebruikt voor terpentijnolie en terpentijnhars (colofonium). Het blijkt opnieuw en homo ontmoetingsplaats te zijn, maar na 1 dag eea te hebben aangezien ontwikkelen wij een tactiek om ze weg te krijgen. Een dag later is blijkbaar al bekend dat ze hier niet meer met elkaar de bosjes in moeten en zijn wij verlost van dit toch wel brutale en vervelende homogedrag.

De plek wordt ook bezocht door vissers en er zijn wat hippies in oude vrachtwagens.

Af en toe rijdt iemand zich vast in het zand en mogen wij onze rijplaten uitlenen. Hun voertuigen uitgraven mogen ze zelf doen, ze zijn immers een stuk jonger dan wij.

 

Omdat er veel regen voorspeld wordt, rijden we na 6 dagen naar een camperplaats met electriciteit en water bij Foz do Arelho. Foz do Arelho is een badplaats aan de baai van Obidos. De baai staat alleen bij vloed in verbinding met de zee en is een leefmilieu voor zeepaardjes en kraamkamer voor vissen. De camperplaaats is vrij vol met voornamelijk Portugezen en met moeite bemachtigen we nog een plekje met stroom. ’s Nachts regent het zo hard dat we de volgende dag met de truck in een soort meertje staan. Mike moet tot zijn enkels door het water waden om de truck naar een droge plek te rijden. De dagen daaropvolgend regent het vaak en is het slechts 14 graden. De momenten dat het even droog is gebruiken we om Tosh uit te laten of om brood in het dorp te kopen.

 

Na 6 dagen camperplaats met vaste Portugese Hymercamperaars die ons als “indringers” zien, rijden we naar Praia do Pico da Mota. Dit is een plek voor surfers omdat hier heel hoge ruige golven zijn. We staan vlak bij de ruige zee, wat voor veel onrust en lawaai zorgt, ook de af en aanrijdende surfers maken het een onrustige plek. Het is mooi zonnig weer.

 

De volgende plek wordt Peniche. We staan met de truck vlakbij het schiereilandje Baleal. Peniche heeft mooie baaien en is zeer geliefd bij surfers vanuit de hele wereld omdat er geweldige surfgolven zijn.

 

Het gaat hard waaien en regenen en de weersvoorspelling voor de komende tijd ziet er ook niet rooskleurig uit. Dit doet ons besluiten langzaamaan richting Spanje te gaan rijden. Op 4 december rijden we naar Coruche aan de Rio Sorraia. Het dorp heeft een praia fluvial (rivierstrand) en er is een gratis camperplaats met stroom en water. Als kers op de appelmoes ligt de camperplaats naast de Lidl. Wat een luxe; dat wordt een paar dagen verse broodjes en lekkere koeken halen. De inwoners van Coruche leven van de kurkproductie en als we hier weer wegrijden zien we veel kurkdrogerijen.

 

Vlakbij de grens met Spanje ligt op een berg het vestingdorp Monsaraz. We rijden langs het dorp naar het stuwmeer Albufeira de Algueva. Onderweg bekijken we het 6 tot 7000 jaar oude megalietencomplex (cromeleque) do Xerez. Achteraf lees ik op internet dat de megalieten niet op de originele plek staan en dat op deze plek veel meer stenen zijn geplaats dan er op de originele plek stonden. Wat een afknapper.

Bij het stuwmeer zijn wij de enige reizigers/toeristen/camperaars.

 

De route door de Extremadura naar Jerez de los Caballeros, voert door steeneiken- en kurkeikengebied en we zien onderweg veel volgevreten zwarte varkens (pata negra) die de gevallen eikeltjes mogen opeten. Ieder varken kan per dag wel 8 tot 10 kg. eikels opeten. Dat worden me toch lekkere hammetjes.

 

 

FOTO’S KOMEN NOG.....................