zaterdag 22 december 2018

Marokko, december 2018


In El Ouatia gooien we de watertank van de truck vol water voor Tosh, koffie, afwas, tandenpoets, groente spoelen etc. Geen wc-water en 1 keer per week korte douche en haren wassen, De dieseltanks 600 en 100 liter hebben we al flink gevuld in Guelmim en vullen we nog verder bij in de buurt van Es Smara. 3 Kilo kalkoen, 2 kilo vlees, 1 kilo gehakt en een pond vis. Voor ca. 14 dagen verse groenten en broden(in de vriezer). Verder blikken, pannekoekenmix, broodmeel, spaghetti etc. Ca 72 liter drinkwater. Eventueel drinkwater uit de grote watertanks.
We zullen eerst een piste van ca. 100 km. rijden in het Saguia El Hamra gebied boven Es Smara, dan een oude piste van de rally Parijs Dakar van ca. 570 km. met een aftakking naar het oosten richting Oum Dreyga van 40 km. Dan vanaf de weg Aousserd/Dakhla nog stuk van een andere oude rally Parijs Dakar piste van ca. 50 km.
Voor de verandering dit keer een kort verslag van dagen op de pistes.
Dag 1.
Tussen Abteh en Es Smara overnachten we in een zanderige rivierbedding met acacia’s en groene struiken. Erg stil en rustig. 22 Graden/harde wind.


Dag 2.
Geen diesel te krijgen bij de 5 benzinestations tussen Abteh en Es Smara. Gelukkig in Es Smara wel. Gendarmerie zeer vriendelijk bij de controles onderweg. Hoeven dit jaar niet eens een fiche. Nemen een piste naar Sidi Ahmed Laaroussi. Langs de piste nederzettingen van nomadententen. Bij bijna elke nomadentent ligt een waterzak op de grond en veel nomadenfamilies hebben een personenauto. Saguia El Hamra is een zeer brede oued/rivier met een enorm breed stroomgebied. Er zijn dit jaar veel dwarsgeulen ontstaan door de regen van de maanden september en oktober. Het rijdt zeer onaangenaam over de dwarsgeulen.  Als we een interessante overnachtingsplek hebben gevonden in de buurt van graftombes en tumulussen, komen nomaden om een sigaret vragen; andere nomaden hoeven alleen maar wat drinkwater en geven ons gratis calcietgeode’s ( holle stenen met mooie kristallen erin). Ook hebben ze een stuk meteoriet? en een versteende rugwervel van een dinosaurus? in de aanbieding. Archeologisch een interessant gebied met artefacten uit verschillende periodes. 24 Graden/weinig wind.



Dag 3.
We zitten even vast in een zanderige rivierbedding en dus tijd om de banden af te laten. De oued Saguia El Hamra verderop is net als de vorige keer toen we de route met Marcel en Yvon reden, onbegaanbaar. Er is geen enkel pad te vinden in de oued en er zijn alleen maar groene bosjes en harde zandbulten met bosjes erboven op. We nemen dus weer een route zuidwaarts richting de weg Es Smara/Laayoune. Vandaag geen mens of dier gezien. 26 Graden/weinig wind.


Dag 4.
De route is moeilijk te vinden en blijkt door een lange rivierbedding met poederzand te lopen. De banden moeten nog meer worden afgelaten. De piste gaat om een groot gebied heen waar de gravers naar calcietgeode’s gaten in de grond hebben gegraven. Het gebied is enorm uitgebreid vergeleken met de vorige keer dat wij hier reden en er is nu een geschoven piste aangelegd vanaf het graafgebied naar de asfaltweg Es Smara/Laayoune. Op onze overnachtingsplek krijgen we grote calcietgeode’s en fossiele koralen van een bolletjesgraver. Hij hoeft er niks voor te hebben. Later nodigt iemand ons uit in zijn khaima (tent) voor de thee en een nomadenechtpaar biedt ons kamelenmelk te drinken aan. Het gebeurt wel vaker dat nomaden even komen vragen of alles goed is en er geen problemen zijn. Ze hoeven meestal helemaal niks te hebben van ons. 27 Graden/stevige wind.


Dag 5.
We rijden naar de weg Es Smara/Laayoune en kopen bij een klein winkeltje nog wat broden en flessen drinkwater. We nemen een piste naar het zuiden maar deze is zo weinig bereden dat we maar weer omdraaien. Er is vast een reden dat de piste niet meer bereden wordt. We nemen verderop een zogenaamde Spaanse weg en komen dan op de oude rally Parijs Dakar piste. Er ligt een groene waas van grassprietjes/plantjes over de woestijn. We overnachten op een mooie plek met fossiele koralen.



Dag 6.
We blijven een dagje staan op de koralenplek en maken wandelingen. Enkele kilometers verderop zijn nomadententen en er loopt een grote kudde met schapen/geiten rond. ’s Avonds zien we een onverklaarbaar licht dat zich verplaatst in de lucht (UFO?). 26 Graden/weinig wind.
Dag 7.
’s Ochtends komt een nomade langs die lucht in zijn autoband wil hebben. We rijden naar Laghchiwat en zijn even bang dat de site met gravures is afgezet met een hekwerk. Het hekwerk blijkt voor een toekomstig reservaat met gazelles te zijn. De site van Laghchiwat wordt nu wel bewaakt door 2 bewakers en er is een gebouwtje gekomen met een aantal kamers waar toeristen kunnen overnachten. De gravures zijn alleen goed te fotograferen 2 uur na zonsopkomst en 2 uur voor zonsondergang. In dit jaargetijde betekent dat dat het beste gefotografeerd kan worden van kwart voor 5 tot kwart over 6 s’middags en van half 9 tot half 11 ’s ochtends. De gravures zijn vaag en van eenvoudige kwaliteit. 28 graden/weinig wind.








Dag 8.
’s Ochtends fotograferen we weer wat gravures en drinken voor we weggaan thee bij de bewakers van de site. We rijden over een nieuwe gravelroad naar de asfaltweg Laayoune/Gueltat Zemmour. Steken de asfaltweg over en vervolgen de rally piste. Mooie racevlaktes waar we zelfs op cruise control kunnen rijden. Nomade vraagt of we thee komen drinken in zijn tent. Andere nomade vraagt of we diesel nodig hebben. 28 Graden/matige wind. 
Dag 9.
Banden op 4,5 bar gezet. Eerst veel groene vlaktes met witte bloemen. Onderweg grote schaapskudde. Veel vlinders. Daarna worden vlaktes minder groen en wordt de route saaier met af en toe een acaciaboom. Later op de dag wordt de route stenig. Veel kamelen.Nomade die zelfs een woordje Engels spreekt, vraagt of we thee komen drinken in zijn tent.  25 Graden/veel wind. 


Dag 10.
We nemen een militaire piste (herkenbaar aan geschoven zandbulten met een autoband er boven op) naar het oosten richting Um Dreyga. Piste gaat van groene vlakte over op stenig plateau. Zeer weinig bereden. Als we het plateau afrijden willen we een Gandini piste rijden, maar deze blijkt dichtgegroeid met jonge acaciabomen en grote graspollen. Weinig berijdbare sporen. Zitten op een spoor dat doodloopt in een stenenvlakte en militairen komen vragen waar we vandaan komen en wat we hier doen etc. We moeten hen volgen naar een 6 km. verderop gelegen radiopost. Ze worden nogal boos op het moment dat ze het idee krijgen dat ik met mijn ipad foto’s zit te maken van hun post. Vanaf de radiopost waar wij helemaal worden nagetrokken, nemen we een brede erg kapotgereden militaire piste naar het westen en daarna een afslag naar het zuiden en komen weer op de rally Parijs Dakar piste. Onderweg zien we veel woestijnvaranen die snel hun hol inrennen als wij eraan komen. We overnachten 20 km. boven Gour Lawaafi bij  een mooi bergje met bovenop rotsblokken met gravures (o.a. Tifinagh).  Helaas voor Tosh ligt er veel cramcram (stekelplantjes) op de grond. 28 Graden/vrij harde wind.


Dag 11.
Blijven een dagje staan bij de gravures. Veel neolithische gebruiksvoorwerpen. Militairen denken dat we verdwaald zijn en op zoek naar asfalt. Ze waarschuwen ons op de piste te blijven en niet zomaar het spoor te verlaten i.v.m. verdwaalde landmijnen. Of het om antitankmijnen of personeelsmijnen gaat is niet te zeggen. Als ze horen dat we onze tocht in Es Smara zijn begonnen, kijken ze verbaasd, en vragen of we ook water of iets anders nodig hebben. Later op de dag komen ze terug om onze gegevens te noteren. Ze vinden het geen probleem dat we doorrijden naar Aousserd als we maar op de piste blijven. 30 Graden/harde wind.




Dag 12.
Na Gour Lawaafi wordt de piste niet veel beter. Smal, kapotgereden, met veel losse stenen. Veel mulle zandstukken. Bijna de hele rally Parijs Dakar piste wordt door militairen gebruikt en is dus kapotgereden. Jammer. Rijden langs militaire basis van Gleibat El Foula/Gart El Baggari. Telefoonontvangst Maroc Telecom werkt goed vanaf de lijn Bir Anzarane/Um Dreyga. 31 Graden/stevig wind uit NO.
Dag 13.
Beter stuk piste. Veel heuvels en oueds. Savanne achtig landschap. In het stroomgebied van oued Ermima zien we een pre-islamitische necropool met misschien wel 100 grafmonumenten. Rechtopstaande lange steenplaten en grafbulten met veel losse stenen erop. Ook tumulussen. Sommige lange steenplaten zijn omvergeworpen. Aan de kamelensporen er vlakbij te zien, schurken die zich lekker aan de stenen waardoor ze na verloop van tijd omvallen. 28 Graden/harde wind.


Dag 14.
Grote goed rijdbare vlakte van ca. 10 km. Op 35 km. afstand van het asfalt beginnen we weer nomadententen te zien. Laatste stuk piste is wasbord en veel mulle zandstukken. Er zullen in deze omgeving wel mijnen liggen want er wordt maar van 1 pad gebruik gemaakt. Bij de weg Aousserd/Dakhla pompen we de banden weer op en rijden 1 uur lang 80 km. om het pm katfilter van de truck (noodgedwongen) schoon te branden. Overnachten op archeologisch interessante plek. 29 Graden/stevige wind.
Dag 15. Rustdag. Broodbakmachine heeft het begeven en Webasto waterstation heeft moeite om het boilerwater te verwarmen. Na 3 uur branden is het water om te douchen nog niet op temperatuur. Kamelenkudde in de buurt. 27 Graden/weinig wind.
Dag 16.
Nemen piste naar het zuiden die doodloopt bij citerne (betonnen waterreservoir) en veel neolitische graven. Rijden stukje asfalt en nemen weer een oude rally Parijs Dakar piste. Aangenaam rijden over vlaktes. Archeologisch interessant gebied met mooie rode jaspis vuursteen. 26 Graden/harde wind.


Dag 17.
Rustdag. Maken wandelingen. Nomade die kriskras door het terrein rijdt in zijn 4x4 komt vragen of alles oke is. Zal hier dus wel meevallen met landmijnen.
Dag 18.
Rijden naar Dakhla. Ook het schiereiland van Dakhla hebben we nog nooit zo groen gezien. Kijken bij overwinteraarskamp Trouk, waar we heel snel weer wegrijden. Camping Moussafir in Dakhla lijkt niet meer te bestaan, hetgeen betekent dat we hier niet de was etc. kunnen doen. We doen inkopen op de soukh in Dakhla en rijden na water te hebben getankt bij een waterput bij het dorp El Argoub, naar het westelijk gelegen strand.
Dag 19.
Dagje El Argoub. Onderhoudsdag truck. Helpen nog wat Italianen die vast komen te zitten in het zand met hun huurauto. 23 Graden/harde wind.

De volgende dagen rijden we verder zuidwaarts en passeren de kreeftskeerkring. Zeer weinig verkeer onder Dakhla. Ook hier is de woestijn ongekend groen. We kijken bij Ain Bida, een baai vlakbij sebkha Maharyat en de baai van Portorico. Overal weinig toeristen.
Hierna rijden we weer noordwaarts en overnachten bij oued Lakraa. De weg van Dakhla naar oued Lakraa is verbreed en opnieuw geasfalteerd. Na oued Lakraa tot 100 km. onder Boujdour wordt nog gewerkt aan de weg. Veel omleidingen en langzaam rijden. Op camping Sahara Line in Boujdour kunnen we de was van bijna 4 weken doen. Drinkwater is aanwezig aan de noordkant van het sanitairgebouw. In Boujdour zijn (volgens ons) de beste stokbroden van Marokko te krijgen; en dat voor 1 dirham (nog geen 10 cent). In het nieuwe jaar rijden we weer richting Es Smara en zullen proberen zoveel mogelijk oostelijk te komen bij Haouza,  Jdriya en liefst nog verder.

zondag 25 november 2018

Marokko, november 2018


Na een nacht op een bijna volkomen ondergelopen weiland buiten Tarifa te hebben gestaan, maken we op 1 november de oversteek van Algeciras naar Ceuta in Marokko. Een open retourticket voor 2 personen en de truck kost dit keer 219 euro. We zijn de enige toeristen met camper/truck op de zeer lege boot. Eenmaal aangekomen in Ceuta blijkt het vandaag allerheiligenfeest te zijn en om de grote stroom Spaanse Marokkanen die vrij hebben aan te kunnen bij de Marokkaanse grens, moeten we allemaal eerst 40 minuten op een parkeerplaats boven op een berg wachten. Gedoseerd worden rijen auto’s “vrijgelaten” richting grens. De grensformaliteiten daarna zijn gelukkig in 3 kwartier gepiept. De douane acht het noodzakelijk in banken, kastjes en onder mijn matras te kijken. Laat de drank die we in Spanje gekocht hebben nou net onder de andere matras liggen.

Op camping Al Boustane in Martil doen we wasjes, regelen telefoon en internetkaartjes en –tegoed en eten een heerlijke pizza op een terras aan de boulevard. Het gebied rondom de camping is nu zo erg volgebouwd dat er nergens meer een strookje groen is om Tosh uit te laten.

Bij een meertje oostelijk van Ouazzane zou het gevaarlijk zijn en mogen we niet overnachten van de chef van het gebied. Het is al bijna donker en daarom zetten we de truck bij motel Rif op de parkeerplaats. Hier zitten herdershonden die moeten blaffen bij onraad, vast aan zeer korte kettingen. Ook hier is geen uitlaatmogelijkheid  voor Tosh behalve een modderige omgeploegde akker aan de overkant van de weg. Bij het parkeergeld zijn als ontbijt pannekoekjes en zwart geroosterd oud brood inbegrepen.

Van Ouazzane rijden we via Meknes het Atlasgebergte in. In Azrou ligt nog sneeuw en er zijn op zondag veel Marokkaanse dagjesmensen die berberaapjes in het cederwoud komen bekijken. We kopen lekkere met gekruide rijst gevulde gegrilde kippetjes in Zeida, die we ’s avonds op onze overnachtingsplek in de buurt van Midelt opeten. Van Er Rich rijden we naar Gourrama en nemen dan een prachtige route langs de oued Guir met veel oude oasedorpen naar Boudnib. We overnachten 2 keer bij een mooie rivierbedding. ’s Avonds in het donker klopt een Marokkaan op onze deur voor zout over zijn avondeten en de volgende dag komen diverse Marokkanen langs voor kleding, brood of sigaretten etc. 1 Marokkaan kunnen we erg blij maken met een pen. Mike ontdekt dat de dakluiken van de wooncabine niet meer geheel lekvrij zijn en hij kan op deze rustige plek mooi even de randen van de luiken opnieuw kitten.





Van Boudnib rijden we via Erfoud richting Jorf. In dit gebied zien we veel “modderbulten” met een gat in het midden. Het blijken restanten te zijn van een eeuwenoud ondergronds irrigatiesysteem (khetarra). Een stukje buiten Jorf nemen we een piste die uitkomt op de weg Rissani/Alnif. De piste wordt niet meer bereden omdat veel passages door oueds kapot gespoeld zijn. Gelukkig heeft onze truck met zijn grote banden er weinig problemen mee. 

Buiten Fezzou ontmoeten we toevallig onze nomaden/trilobieten graver kennis Salem. Samen met zijn broer en een vriend is hij op zoek naar fossielen en moet hiervoor stenen graven en kappen in een kilometerslange gleuf, die loopt van Fezzou richting El Fecht. We geven hen zakken kleding en drinken samen thee. Hierna nemen wij de piste naar El Fecht. Vervolgens rijden we van Oumjrane naar Zagora (deels asfalt). Op camping Oasis Palmier is het weer fijn staan, ook al zijn er zeer weinig reizigers. We ontmoeten de Duitsers Horst en Elke, die weer kennissen van onze Duitse vrienden Peter en Ingrid zijn (helaas is Peter dit jaar overleden). Omdat het weer erg tegenvalt de laatste weken (regen, harde wind, relatief lage temperatuur etc.) besluiten we vroeger dan gepland, richting de Sahara te rijden.
Boven Foum Zguid nemen we een gravelroad die uitkomt bij Elkassaba. De omgeving is mooi, maar ook erg stenig en desolaat. 

Via Icht en Fask komen we in de oase van Tighmert, waar we 1 dag op de camping van Hassan en Samira staan. Om de camping te bereiken moeten we door een dikke laag blubber heenrijden. Na een paar dagen zal de bovenlaag wel weer opgedroogd zijn en kunnen ook normale campers hier weer komen.
In El Ouatia tanken we drinkwater en proberen geld te wisselen. Helaas heeft de bank door de vele regen van die dag geen internetverbinding en kunnen er geen geld transacties plaatsvinden. Met zonnig weer zal het vast wel lukken.
Via oued Chbika en Abteh rijden we richting Es Smara om hier een piste te nemen langs oued Seguiet El Hamra.

donderdag 8 november 2018

Portugal, september/oktober 2018




Op vrijdag 14 september vertrekken wij richting Frankrijk. Vanaf Blois zakken we via binnenwegen af naar het dorp Le Grand Pressigny (tussen Chatellerault en Chateauroux) waar een museum over de prehistorie van dat gebied is gevestigd. Helaas mogen we met het gewicht van 11 ton van onze truck veel stadjes, bruggen en wegen niet betreden. Het museum in Le Grand Pressigny, dat in een oud kasteel op een heuvel is gevestigd. is erg interessant met vuursteenlamellen van wel 30 cm. en mooi gekleurde vuurstenen gebruiksvoorwerpen uit het gebied Fontmaure. Bij het dorp is een camperplaats met drinkwater en 2 stroomaansluitingen waar je gratis gebruik van mag maken. De volgende dag rijden we naar de Atlantische kust om bij Dune du Pilat, het bassin van Arcachon en Biscarosse te kijken. Er blijken daar in september nog erg veel toeristen te zijn, we zien alleen maar verbodsborden en we kunnen nergens de truck de weg af kan rijden voor de overnachting. Niet onze plek en daarom rijden we door tot aan Morcenx waar we de truck op een verlaten bospad zetten in het parc naturel regional des Landes de Gascogne.

In Spaans Baskenland nemen we een smalle kronkelige kustweg naar Lekeitio. Prachtig groen en bergachtig landschap dat af en toe doet denken aan Oostenrijk. Ook de grote huizen met bloembakken aan de balkons doen Tirools aan. In Gautegiz Arteaga tanken we drinkwater en nemen een kijkje bij een vogelkijkhut van het Urdaibai Bird Center, waar je “unieke” vogels kan zien zoals reigers, koolmeesjes, mussen en zwaluwen, etc.
Via Bilbao en Santander rijden we naar Playa de Rodiles dat noordelijk van  Villaviciosa ligt. 



We zijn nu in de regio Cantabrie en ook hier is het prachtig groen en bergachtig. We staan op een grote parkeerplaats bij het strand, waar in het weekend veel Spaanse dagjesmensen komen. In het vlakbij gelegen eucalyptusbos staan wel honderd picknicktafels. Er zijn niet veel wandel/uitlaatmogelijkheden voor Tosh en als het na 2 dagen bewolkt wordt, rijden we via een kronkelige bergweg verder zuidwaarts naar El Branilin, een nu vrijwel onbewoonde plek waar in de winter geskied kan worden. Omdat we s’avonds in dikke mist komen te staan en het ’s ochtends regent, rijden we via Leon verder naar het zuiden naar het niet ver van de Portugese grens gelegen Embalse de Ricobayo. 



We maken veel wandelingen door het landschap met grote keien en omdat de temperatuur prima is, zwemmen we soms in het stuwmeer. We plukken vijgen en trosjes witte en blauwe druiven van verwilderde struiken. Er zijn ook veel wilde kervelplanten te vinden.

 

Bij Miranda do Douro rijden we Portugal binnen. Via kleine weggetjes rijden we zo dicht mogelijk langs de rivier de Douro naar het zuiden. We overnachten in Barca d’Alva (op de grens met Spanje), bij het Albufeira (=stuwmeer)  van Sabugal en bij een rivierstrandje in Benquerenca. Hier komen we toevallig de Belgen Stany en Carina tegen die we in 2014 in Marokko hebben ontmoet. We overnachten verder bij het stuwmeer van Marateca bij Lardosa en het prachtige stuwmeer van Povoa e Meadas bij Nisa.  Als het zwaar bewolkt raakt en begint te regenen besluiten we naar  camping Quinta do Pomarinho vlakbij Castelo de Vide bij het Parque Natural da Serra de Sao Mamede te rijden om de accu’s te laden en om wat huishoudelijke en wasklusjes te doen. Ook hier regent en onweert het 1 dag en wordt het niet warmer dan 16 graden. We maken een keer een wandeling naar een Portugees hunebed maar verder zijn de wandelmogelijkheden zeer beperkt vanaf de camping.
 
 
 De volgende overnachtingsplekken zijn het stuwmeer  van Lucefecit in de buurt van Redondo, het zeer toeristische stadje Albufeira waar veel Engelsen bivakkeren en bier drinken bij de Empty Glass Family Fun Pub en dat soort namen en het stuwmeer van Odeaxere en het prachtige strand en de kliffen bij praia do Amado bij Carrapateira. 




Op 30 oktober wordt het weer zo slecht dat we besluiten Portugal te verlaten en warmere oorden op te zoeken.