3
Kilometer onder El Argoub overnachten we bij kliffen en een baai. De volgende
dag rijden we naar Dakhla om diesel te tanken en vis te kopen. De diesel in
Dakhla is op en qua vis is er weinig te krijgen omdat het zeewater nog steeds
te koud is. We rijden het hele stuk weer terug en tanken aan het begin van het
schiereiland. Via asfalt gaan we naar Aousserd dat 200 km. verderop in het
zuidoosten ligt, niet ver van de noord-zuid wall, die Marokko scheidt van de
Sahrawi’s . De eerste 100 km gaan door kaal en vrij saai woestijngebied, maar
daarna wordt het landschap groener en savanne-achtig. 20 Kilometer voor
Aousserd nemen we een zanderige piste naar de bergformatie Laglat Deramane. Een
bijzonder mooie omgeving die Mauritaans aandoet.
Laglat Deramane
De
eerste 150 km. van de piste gaat over heuveltjes met zanderige oueds ertussen,
vlaktes met af en toe zandstukken en wasbord en heuvels met stenen. Het landschap is
afwisselend met mooie rotsformaties, struiken, acaciabomen en blauwe lupines.
Soms heeft de piste de breedte van een landrover en soms is hij een brede
racebaan waar militaire bevoorradings vrachtwagens overheen denderen. Af en toe
zien we nomadententen en kuddes schapen, geiten en kamelen. De temperatuur in de woestijn is op dit moment overdag zo’n
30 graden en ’s nachts een graad of 20 lager.We overnachten in de buurt van een
necropole met graven met 2 meter lange platte rechtopstaande platen steen. Dit
soort tombes zijn karakteristiek voor het gebied van oued Ermima.
De 2e
dag rijden we langs een grote kazerne bij Gleibat El Foula en ontdekken hier
vlakbij een grote tumulus met in het midden een tombe met antennes. Die nacht
slapen we in de buurt van een oued in
een savanne-achtige omgeving.
De
3e dag rijden we door een anti polisario oost-west wall en komen bij
de site van Gour La’wafi met puntige heuvels met op de toppen gestapelde
vierkante rotsblokken waar oude gravures te zien zijn van o.a. een giraffe en
een rund en van iets wat op lettertekens (Tafinaghs?) lijkt. Ook liggen er veel vuursteenwerkplaatsen en zijn er oude
potscherven te vinden.
Gour La'wafi
Gour La'wafi
De rest van de middag blijven we op deze mooie plek staan. Af en toe komen er vriendelijke militairen in vrachtwagens langs die ons een hand geven en vragen of we water of iets anders nodig hebben. De vriendelijke en ontspannen manier waarop er met ons wordt omgegaan, verbaast ons zeer; we hadden het tegenovergestelde verwacht.
De volgende dag rijden we eerst door vrij saai heuvelachtig gebied waar veel stenen liggen en overblijfselen van oude militaire kampen. Het heuvelachtige gebied gaat over in saaie vlaktes waar slechts een enkele boom groeit en waar ook de nomaden niet willen leven. Op een gegeven moment komen we in de buurt van een militaire oefening, want we horen bommen vallen en zien rookpluimen komen uit de richting waarin wij rijden.
Woestijnvossen (fennecs) zijn blijkbaar gewend aan het geluid van vallende bommen, want we zien er een paar die hun hol vlak naast de piste hebben.
We overnachten op een vlakte bezaaid met vuursteenbrokken en -afslagen. Het enige wat we ’s nachts horen is het geluid van een uil.
De volgende dag rijden we eerst door vrij saai heuvelachtig gebied waar veel stenen liggen en overblijfselen van oude militaire kampen. Het heuvelachtige gebied gaat over in saaie vlaktes waar slechts een enkele boom groeit en waar ook de nomaden niet willen leven. Op een gegeven moment komen we in de buurt van een militaire oefening, want we horen bommen vallen en zien rookpluimen komen uit de richting waarin wij rijden.
Woestijnvossen (fennecs) zijn blijkbaar gewend aan het geluid van vallende bommen, want we zien er een paar die hun hol vlak naast de piste hebben.
We overnachten op een vlakte bezaaid met vuursteenbrokken en -afslagen. Het enige wat we ’s nachts horen is het geluid van een uil.
De
volgende 100 km. gaan over lange witte harde zand (race)banen met af en toe een
mul zandstuk. De zandbanen gaan over in vlaktes met een groene waas en we
overnachten bij een paar bomen op een vlakte die bezaaid is met kleine gele
bloemetjes (artemisia?).
De zesde dag passeren we een aantal bewaakte waterputten die bestemd zijn voor de militairen en bereiken de asfaltweg Laayoune/Gueltat Zemmour. We rijden enkele kilometers over asfalt en vervolgen de piste richting Es Smara, waarvan het begin moeilijk te vinden is. De wind is gedraaid naar het zuidwesten en is zodanig krachtig geworden dat het stof/zand ons inhaalt terwijl we rijden. We stoppen die middag maar vroeg. Af en toe komt er een nomade langs om te vragen of alles goed met ons gaat en of er geen problemen zijn.
De zesde dag passeren we een aantal bewaakte waterputten die bestemd zijn voor de militairen en bereiken de asfaltweg Laayoune/Gueltat Zemmour. We rijden enkele kilometers over asfalt en vervolgen de piste richting Es Smara, waarvan het begin moeilijk te vinden is. De wind is gedraaid naar het zuidwesten en is zodanig krachtig geworden dat het stof/zand ons inhaalt terwijl we rijden. We stoppen die middag maar vroeg. Af en toe komt er een nomade langs om te vragen of alles goed met ons gaat en of er geen problemen zijn.
De
7e dag rijden we naar de pas in 2009 ontdekte prehistorische site van
Laghchiwat. Een uniek gebied van 12 bij 4 km. met platte blauw/grijze
marmerplaten met daarin duizenden gravures. Het is bewolkt, het waait hard en
er is veel zand in de lucht. Helaas kunnen we geen enkele gravure ontdekken. Wel
zien we een soort “gootstenen” met afvoergootjes boven op de marmerplaten. De
rest van de dag schuilen we in de truck met als enig gezelschap een grote kudde
witte en bruine kamelen met jonkies.
De
volgende dag schijnt de zon volop en de wind is gaan liggen. Mike loopt nog
eens naar de marmerplaten toe en ontdekt nu wel allemaal gravures van giraffes,
herten, jagers etc. Later lezen we op internet dat de gravures van Laghchiwat
alleen 2 uur na zonsopkomst en 2 uren voor zonsondergang te zien en te fotograferen
zijn. We bekijken de ‘gootstenen” en de afvoergeulen nog eens nauwkeurig en
komen tot de conclusie dat deze duizenden jaren geleden bewust door de mens
zijn gemaakt. Wellicht zijn de gootstenen gebruikt om dieren in te slachten of
vlees te bereiden en dienen de geultjes voor de afvoer van bloed.
Laghchiwat
Laghchiwat, gootstenen
Als
we verder doorrijden naar Smara ontmoeten we een Italiaans echtpaar in het
gezelschap van een Marokkaanse man die ook op weg zijn naar Laghchiwat. De Marokkaanse man blijkt de ontdekker en
conservator van de site van Laghchiwat te zijn. Als ik hem vraag naar de
“gootstenen” blijft hij erbij dat het
door erosie ontstane bassins zijn; niet
gemaakt door de mens.
We wijken af van piste RPD2 en nemen een nomadenspoor noordwaarts dat door een gebied met grote platen en brokken koraal gaat. Als Mike ’s middags de barbeque uit de garage haalt, ontdekt hij dat de Victron stroomomvormer voorover is gevallen en alleen nog aan de onderkant vast zit aan de achterwand van de woonunit. Met spanbanden probeert hij het apparaat dat misschien wel 70 kilo weegt weer tegen de wand aan te drukken en aan de onderkant te ondersteunen. Het is nu niet meer verstandig om erg stenige of hobbelige pistes te rijden.
De 9e dag vervolgen we de piste naar Es Smara die door militair gebied gaat. Vlakbij een militaire schietbaan, waar op dat moment geoefend wordt, worden we tegengehouden. Een vriendelijke militair die ons hartelijk welkom in Marokko heet, rijdt ons voor om aan te wijzen hoe we om het oefenterrein heen moeten rijden. De piste stopt uiteindelijk bij een oude Spaanse weg. Zo’n weg bestaat uit aan elkaar “geplakte” kiezelstenen waar we niet harder dan met 30 km/per uur overheen kunnen rijden.
We
overnachten in de buurt van een bijna lege waterput met vies water, waar Marokkanen
toch nog jerrycans komen vullen.
10
Kilometer voor Es Smara bezoeken we een klein archeologisch museum en bekijken gravures van
de site van El Asli Boukerch. Er zijn gravures uit het Tazina-, de Bovidienne-
en de Libyco Amazigh-tijdperk te zien. Een aantal rotsblokken met gravures is doormidden gebroken door de duizenden jarenlange invloed van zon, hitte en droogte.
El Asli Boukerch
Hebben
we op 600 kilometer piste langs militair gebied geen enkele keer ons paspoort hoeven laten zien en is geen enkele keer gevraagd wat we in het gebied doen,
bij Es
Smara worden we bij binnenkomst en verlaten van de stad weer uitgebreid
nagetrokken.
Een
stuk voor Abteh overnachten we op een verlaten plek met eierhuisjes die 4
kilometer zuidelijk ligt van de eierhuisjes die we in januari samen met Marcel
en Yvon bezochten.
We staan een aantal dagen op camping Atlantique in El Ouatia voor wasjes, onderhoud aan truck en watertank bijvullen.
Tussen Agadir en
Taghazout wordt de kust volgebouwd met appartementen en nergens kan je meer
vrij staan. We rijden door naar het bananendal Tamri en bij Tamri Plage staan
we een aantal dagen tussen de windsurfers. Behalve uitgemergelde zwerfhonden loopt
er een zwerver rond die net zo lang naar ons blijft staren tot we hem wat te
eten geven. Dit ritueel herhaalt zich bij alle “nieuwe” mensen die arriveren.
We staan een aantal dagen op camping Atlantique in El Ouatia voor wasjes, onderhoud aan truck en watertank bijvullen.
Op
weg naar Guelmim begint het te regenen en de volgende dag moeten we door
wildkolkend bruin modderwater rijden om de stad in te komen. In de stad staat
het water in de oueds tot aan de bodem van de bruggen. Er zijn veel mensen op
de been om het waterspektakel te aanschouwen.
We
blijven een paar dagen in een winderig en grijsbewolkt Plage Blanche staan. Mike
ontroet de lambdasonde (zit in uitlaat), die af en toe een storingsmelding
geeft. Tussen Tiznit en Agadir staan we een nachtje tussen de bloemetjes en
eucalyptusbomen. Tosh is zijn ervaring van vorige jaar met een agressieve uil
in het eucalyptusbos bij Chichaoua nog niet vergeten en durft geen stap tussen
de bomen te zetten. De lambdasonde heeft vandaag geen storingsmelding meer gegeven
tijdens het rijden.
Tamri Plage
In Pointe Immesouane
staan we een paar nachten op de camping; er zijn meer huilende zwerfhonden dan campinggasten.
We rijden verder naar Moulay Bouzerktoun, een rustig dorp vlakbij zee, waar geen
voorzieningen zijn maar waar je relaxed kan staan. In Safi is de gemeentelijke
camping gereduceerd tot een grasveldje waar van de camperbezitters verwacht
wordt dat ze hun camper vlak op een ander zetten. Wij zetten de MAN ver van de
andere campers af en even later ontploft een Duitse Hymer die in enkele
seconden in lichterlaaie staat. Na veel explosies van gasflessen, wielen etc.
blijft er een gesmolten bult plastic over van het voertuig. Helaas is de
eigenaar van de camper ernstig verbrand aan gezicht en armen. Levensgevaarlijk
om campers zo dicht opelkaar te zetten.
We nemen de
tolweg bij Safi richting Tanger en overnachten in Larache waar inwoners van het
stadje met veel enthousiasme de oude camping weer nieuw leven hebben
ingeblazen. Op 7 maart verlaten we Marokko bij de grensovergang van Ceuta.