zondag 25 november 2018

Marokko, november 2018


Na een nacht op een bijna volkomen ondergelopen weiland buiten Tarifa te hebben gestaan, maken we op 1 november de oversteek van Algeciras naar Ceuta in Marokko. Een open retourticket voor 2 personen en de truck kost dit keer 219 euro. We zijn de enige toeristen met camper/truck op de zeer lege boot. Eenmaal aangekomen in Ceuta blijkt het vandaag allerheiligenfeest te zijn en om de grote stroom Spaanse Marokkanen die vrij hebben aan te kunnen bij de Marokkaanse grens, moeten we allemaal eerst 40 minuten op een parkeerplaats boven op een berg wachten. Gedoseerd worden rijen auto’s “vrijgelaten” richting grens. De grensformaliteiten daarna zijn gelukkig in 3 kwartier gepiept. De douane acht het noodzakelijk in banken, kastjes en onder mijn matras te kijken. Laat de drank die we in Spanje gekocht hebben nou net onder de andere matras liggen.

Op camping Al Boustane in Martil doen we wasjes, regelen telefoon en internetkaartjes en –tegoed en eten een heerlijke pizza op een terras aan de boulevard. Het gebied rondom de camping is nu zo erg volgebouwd dat er nergens meer een strookje groen is om Tosh uit te laten.

Bij een meertje oostelijk van Ouazzane zou het gevaarlijk zijn en mogen we niet overnachten van de chef van het gebied. Het is al bijna donker en daarom zetten we de truck bij motel Rif op de parkeerplaats. Hier zitten herdershonden die moeten blaffen bij onraad, vast aan zeer korte kettingen. Ook hier is geen uitlaatmogelijkheid  voor Tosh behalve een modderige omgeploegde akker aan de overkant van de weg. Bij het parkeergeld zijn als ontbijt pannekoekjes en zwart geroosterd oud brood inbegrepen.

Van Ouazzane rijden we via Meknes het Atlasgebergte in. In Azrou ligt nog sneeuw en er zijn op zondag veel Marokkaanse dagjesmensen die berberaapjes in het cederwoud komen bekijken. We kopen lekkere met gekruide rijst gevulde gegrilde kippetjes in Zeida, die we ’s avonds op onze overnachtingsplek in de buurt van Midelt opeten. Van Er Rich rijden we naar Gourrama en nemen dan een prachtige route langs de oued Guir met veel oude oasedorpen naar Boudnib. We overnachten 2 keer bij een mooie rivierbedding. ’s Avonds in het donker klopt een Marokkaan op onze deur voor zout over zijn avondeten en de volgende dag komen diverse Marokkanen langs voor kleding, brood of sigaretten etc. 1 Marokkaan kunnen we erg blij maken met een pen. Mike ontdekt dat de dakluiken van de wooncabine niet meer geheel lekvrij zijn en hij kan op deze rustige plek mooi even de randen van de luiken opnieuw kitten.





Van Boudnib rijden we via Erfoud richting Jorf. In dit gebied zien we veel “modderbulten” met een gat in het midden. Het blijken restanten te zijn van een eeuwenoud ondergronds irrigatiesysteem (khetarra). Een stukje buiten Jorf nemen we een piste die uitkomt op de weg Rissani/Alnif. De piste wordt niet meer bereden omdat veel passages door oueds kapot gespoeld zijn. Gelukkig heeft onze truck met zijn grote banden er weinig problemen mee. 

Buiten Fezzou ontmoeten we toevallig onze nomaden/trilobieten graver kennis Salem. Samen met zijn broer en een vriend is hij op zoek naar fossielen en moet hiervoor stenen graven en kappen in een kilometerslange gleuf, die loopt van Fezzou richting El Fecht. We geven hen zakken kleding en drinken samen thee. Hierna nemen wij de piste naar El Fecht. Vervolgens rijden we van Oumjrane naar Zagora (deels asfalt). Op camping Oasis Palmier is het weer fijn staan, ook al zijn er zeer weinig reizigers. We ontmoeten de Duitsers Horst en Elke, die weer kennissen van onze Duitse vrienden Peter en Ingrid zijn (helaas is Peter dit jaar overleden). Omdat het weer erg tegenvalt de laatste weken (regen, harde wind, relatief lage temperatuur etc.) besluiten we vroeger dan gepland, richting de Sahara te rijden.
Boven Foum Zguid nemen we een gravelroad die uitkomt bij Elkassaba. De omgeving is mooi, maar ook erg stenig en desolaat. 

Via Icht en Fask komen we in de oase van Tighmert, waar we 1 dag op de camping van Hassan en Samira staan. Om de camping te bereiken moeten we door een dikke laag blubber heenrijden. Na een paar dagen zal de bovenlaag wel weer opgedroogd zijn en kunnen ook normale campers hier weer komen.
In El Ouatia tanken we drinkwater en proberen geld te wisselen. Helaas heeft de bank door de vele regen van die dag geen internetverbinding en kunnen er geen geld transacties plaatsvinden. Met zonnig weer zal het vast wel lukken.
Via oued Chbika en Abteh rijden we richting Es Smara om hier een piste te nemen langs oued Seguiet El Hamra.

donderdag 8 november 2018

Portugal, september/oktober 2018




Op vrijdag 14 september vertrekken wij richting Frankrijk. Vanaf Blois zakken we via binnenwegen af naar het dorp Le Grand Pressigny (tussen Chatellerault en Chateauroux) waar een museum over de prehistorie van dat gebied is gevestigd. Helaas mogen we met het gewicht van 11 ton van onze truck veel stadjes, bruggen en wegen niet betreden. Het museum in Le Grand Pressigny, dat in een oud kasteel op een heuvel is gevestigd. is erg interessant met vuursteenlamellen van wel 30 cm. en mooi gekleurde vuurstenen gebruiksvoorwerpen uit het gebied Fontmaure. Bij het dorp is een camperplaats met drinkwater en 2 stroomaansluitingen waar je gratis gebruik van mag maken. De volgende dag rijden we naar de Atlantische kust om bij Dune du Pilat, het bassin van Arcachon en Biscarosse te kijken. Er blijken daar in september nog erg veel toeristen te zijn, we zien alleen maar verbodsborden en we kunnen nergens de truck de weg af kan rijden voor de overnachting. Niet onze plek en daarom rijden we door tot aan Morcenx waar we de truck op een verlaten bospad zetten in het parc naturel regional des Landes de Gascogne.

In Spaans Baskenland nemen we een smalle kronkelige kustweg naar Lekeitio. Prachtig groen en bergachtig landschap dat af en toe doet denken aan Oostenrijk. Ook de grote huizen met bloembakken aan de balkons doen Tirools aan. In Gautegiz Arteaga tanken we drinkwater en nemen een kijkje bij een vogelkijkhut van het Urdaibai Bird Center, waar je “unieke” vogels kan zien zoals reigers, koolmeesjes, mussen en zwaluwen, etc.
Via Bilbao en Santander rijden we naar Playa de Rodiles dat noordelijk van  Villaviciosa ligt. 



We zijn nu in de regio Cantabrie en ook hier is het prachtig groen en bergachtig. We staan op een grote parkeerplaats bij het strand, waar in het weekend veel Spaanse dagjesmensen komen. In het vlakbij gelegen eucalyptusbos staan wel honderd picknicktafels. Er zijn niet veel wandel/uitlaatmogelijkheden voor Tosh en als het na 2 dagen bewolkt wordt, rijden we via een kronkelige bergweg verder zuidwaarts naar El Branilin, een nu vrijwel onbewoonde plek waar in de winter geskied kan worden. Omdat we s’avonds in dikke mist komen te staan en het ’s ochtends regent, rijden we via Leon verder naar het zuiden naar het niet ver van de Portugese grens gelegen Embalse de Ricobayo. 



We maken veel wandelingen door het landschap met grote keien en omdat de temperatuur prima is, zwemmen we soms in het stuwmeer. We plukken vijgen en trosjes witte en blauwe druiven van verwilderde struiken. Er zijn ook veel wilde kervelplanten te vinden.

 

Bij Miranda do Douro rijden we Portugal binnen. Via kleine weggetjes rijden we zo dicht mogelijk langs de rivier de Douro naar het zuiden. We overnachten in Barca d’Alva (op de grens met Spanje), bij het Albufeira (=stuwmeer)  van Sabugal en bij een rivierstrandje in Benquerenca. Hier komen we toevallig de Belgen Stany en Carina tegen die we in 2014 in Marokko hebben ontmoet. We overnachten verder bij het stuwmeer van Marateca bij Lardosa en het prachtige stuwmeer van Povoa e Meadas bij Nisa.  Als het zwaar bewolkt raakt en begint te regenen besluiten we naar  camping Quinta do Pomarinho vlakbij Castelo de Vide bij het Parque Natural da Serra de Sao Mamede te rijden om de accu’s te laden en om wat huishoudelijke en wasklusjes te doen. Ook hier regent en onweert het 1 dag en wordt het niet warmer dan 16 graden. We maken een keer een wandeling naar een Portugees hunebed maar verder zijn de wandelmogelijkheden zeer beperkt vanaf de camping.
 
 
 De volgende overnachtingsplekken zijn het stuwmeer  van Lucefecit in de buurt van Redondo, het zeer toeristische stadje Albufeira waar veel Engelsen bivakkeren en bier drinken bij de Empty Glass Family Fun Pub en dat soort namen en het stuwmeer van Odeaxere en het prachtige strand en de kliffen bij praia do Amado bij Carrapateira. 




Op 30 oktober wordt het weer zo slecht dat we besluiten Portugal te verlaten en warmere oorden op te zoeken.