vrijdag 3 mei 2013

Mali 2012


Reis naar Mali 21 oktober  t/m 2 november 2012

 

Op 21 oktober vervolgen we onze reis naar Mali.  Plotseling zien we in de verte een grote glinsterende vlek op de weg. De weg is overstroomd en onzichtbaar. We stoppen voor het  ”meer” voor onze ogen want we weten niet hoe diep het is. We besluiten te wachten tot er een andere vrachtauto doorheen rijdt, dan kunnen we zien hoe diep het water is en waar de weg precies loopt. Even later komt er een vrachtwagen aan en we zien dat bij deze wagen het water tot aan de bumper komt.  Een vriendelijke Mauretanier gebaart ons dat wij achter hem aan moeten komen. Hij loopt door het water en wijst aan hoe wij er doorheen moeten rijden. We geven hem een kadootje voor alle moeite die hij heeft gedaan. Bij Gogui steken we de grens met Mali over. De Mauretaanse grensovergang bestaat uit niet meer dan een  klein hokje met een slagboom. Binnen enkele minuten zijn we de grens over. Het record snel de grens overgaan is hierbij verbroken. Ze zien gelukkig niet dat we een dag te laat het land verlaten.
De Malinese grens is een ander verhaal. Eerst zonder problemen een verzekering (Carte Brun) voor de DAF afgesloten voor 6 maanden, die geldig is voor alle West Afrikaanse landen (72.000 CFA).
Alle grensformaliteiten lijken soepel te verlopen, tot het laatste hokje van de politie. Paspoort van Mike en het kentekenbewijs van de DAF worden ingenomen en deze moeten we ’s middags gaan ophalen in Nioro du Sahel, 65 km. verder naar het Zuiden. Het bevalt ons niet om zonder paspoort en autopapieren naar Nioro te rijden en daarom blijven we wachten bij de grensovergang.  Volgens de politie is het geen enkel probleem om zonder papieren naar Nioro te rijden. Volgens ons is het in strijd met alle wetten om buitenlanders te laten rijden zonder paspoort en autopapieren. Na een paar uur te hebben gewacht bij de grens,  besluiten we toch maar zonder papieren naar Nioro te rijden en we volgen een jongen op een brommer die met een tasje gevuld met paspoorten/papieren van alle buitenlanders die Mali in willen gaan op weg gaat naar Nioro. Bij het douanekantoor  in Nioro halen we onze papieren op en krijgen een  laissez passer  voor 1 maand (15.000 CFA, = 22,50 euro). Omdat het zondag is, zijn alle douaniers nogal slecht gehumeurd en gedragen zich arrogant. Omdat Mike de bestuurder van de DAF is, mag ik bepaalde formaliteiten niet afhandelen en moet Mike naar het kantoor komen. Volgens hun zijn de papieren niet in orde. Dit is echter niet onze schuld, maar de schuld van de politie bij de grens, die de verkeerde autopapieren bij Mike zijn paspoort heeft gedaan. Omdat Mike geen Frans verstaat, moet ik er weer bij komen, maar ik heb Tosh bij me. Dan flippen de douanebeambten helemaal de pan uit en schreeuwen dat we het kantoor moeten verlaten. Ze beginnen tegen Mike aan te duwen en Mike zegt dat ze van hem af moeten blijven en gaat bijna met hun op de vuist. Dan staat de douane erop de DAF van binnen te bekijken. Dan flipt Mike en zegt tegen een hoge pief  dat toeristen duidelijk niet welkom zijn in Mali en behandeld worden als honden en dat hij dat toch niet pikt van hun. De hoge pief betreedt  wel de DAF maar durft geen kastje meer open te trekken en druipt beteuterd af. Als ik vervolgens de laisser passer ophaal in het kantoor van de douane vragen ze mij wat er met die Mike aan de hand is. Het begint al te schemeren als we ook nog met de laissez passer naar het centrum van Nioro moeten rijden om bij de politie nog  een of  ander stempel te halen. Omdat het zondag is, wil de politiebeambte dat niet doen, maar als we zeggen dat we de hele dag al bezig zijn met grensformaliteiten en dat we moe zijn,  is hij toch zo vriendelijk om ( gratis) het stempel te zetten.

Het landschap in Mali verschilt erg met dat van Mauritanië. Mali is veel groener met veel meer bomen. Ook de bevolking verschilt sterk met die van Mauritanië. De mensen lachen en zwaaien en de vrouwen lopen in vrolijk gekleurde jurken/doeken zonder sluiers. Ze zijn open en nieuwsgierig en komen graag een praatje met ons maken. Verschil met Mauritanië is ook dat je hier veel vrouwen buiten ziet.

In de schemering richting Bamako gereden en overnacht in de buurt van een rietveld. Een vrouw komt uit het riet lopen en vraagt ons om couscous. Helaas hebben we dat niet.  Later bedenken we dat wij misschien wel uitgenodigd werden om bij haar couscous te eten.
De volgende dag zien we dat in het rietveld een dorpje verstopt zit.  ’s Ochtends om half 5 staan er al mensen uit het dorpje bij onze truck te praten en te vragen of alles goed met ons gaat. De rest van de dag zijn we de bezienswaardigheid van het jaar. Het hele dorp komt ons bezichtigen en sommige dorpsbewoners gaan op krukjes zitten om ons te aanschouwen.





Een jonge Malinese jonge vrouw vraagt mij mee te lopen door het riet naar het dorpje waar ze woont. Prachtig. Een ommuurd dorp met lemen vierkante en ronde huisjes met daken van lang gras. In de compound zijn behalve 2 oude mannen alleen maar vrouwen en kinderen in alle leeftijden aanwezig. De vrouwen halen hun borst  uit de jurk en stoppen die  in de mond van hun baby. Alle baby's hebben navelbreuken en lelijke plekken op hun benen en ze zijn allemaal verkouden.  Ik moet op een krukje tussen de vrouwen inzitten en ze zitten allemaal om mij heen te lachen. Er wordt een glaasje thee voor mij ingeschonken en er worden pinda’s gepeld en in mijn hand geduwd. Jammergenoeg kunnen we niet met elkaar praten, omdat ik geen Afrikaans spreek of versta.  De hutjes staan vlak opelkaar en in het midden van het dorpje is een boom waar iedereen onder zit, ook het schaap, het kalf en een grote geit. 2 Vrouwen zijn met grote stampers bezig boomblaadjes te stampen in een vijzel. Als ik ben teruggekeerd naar de truck, komen de vrouwen ’s middags eten bij ons brengen. In olie gekookte rijst met 1 sperzieboon en een soort sausje van uien en pepers. Is best wel lekker en we zijn er niet ziek van geworden.
Ook wordt er ‘s middags nog een baby aan haar t-shirt uit de armen van de moeder getrokken en mij in de handen geduwd. In Nederland zouden wij nooit zomaar onze baby in de armen duwen van bijvoorbeeld een Japanse toerist. Hier is het misschien wel een gebaar dat ze je accepteren en je zelfs hun baby toevertrouwen.
Als we ’s avonds onze accu’s willen laden, blijken er problemen te zijn met het aggregaat. Eigenlijk doet hij het vanaf Rabat al niet geweldig, maar nu doet hij het helemaal niet meer.  De zekering in het aggregaat knapt steeds  en hij geeft i.p.v. 220V,  320V of meer . ’s Avonds om half 10 is er ineens een hoop lawaai in het rietdorp en iedereen komt joelend achterelkaar aan rennend met een lampje in de hand het dorp uit. Wat dit nou voor ritueel is, weten we niet, maar het is wel lachen.

Naar Diema gereden om te zien of hier een campsite is met elektriciteit om de accu’s op te laden. Er is wel een campsite maar geen electra. De campsite wordt  gerund door een Engelse vrouw, Pam, die volledig in de war is. Ze is wel erg vriendelijk en regelt  een “monteur” uit het dorp die misschien het aggregaat voor ons kan repareren. De monteur begint overal aan te sleutelen en alles te demonteren en maakt ons woongedeelte vreselijk smerig met zijn vette oliehanden. Helaas kunnen ze  in Diema  het probleem met het aggregaat niet oplossen en daarom bellen we Pier om advies. Volgens Pier kan de regulator van het aggregaat wel eens stuk zijn. Hij stuurt nu per DHL een nieuwe op naar Bamako.
De campsite is onderdeel van een of ander hulpproject.  De allerarmste kinderen uit het dorp krijgen 1 x per week eten en kinderen die 14 km. van een school afwonen, krijgen een fiets. Verder zorgt de hulporganisatie ervoor dat scholen en belangrijke overheidsgebouwen in het dorp een laptop krijgen. Het moeten wel laptops zijn, omdat er in het dorp geen elektriciteit is. Hoe ze die laptops dan weer laden, is ons een raadsel. We geven Pam zakken met kleren die ze kan uitdelen aan arme mensen. Op de campsite de was gedaan met emmers water uit de aanwezige waterput, die vol zit met bloemetjes en blaadjes.
Een maand later horen wij dat op de route Nioro du Sahel naar Diema een Fransman ontvoerd is.

Omdat onze accu’s geladen moeten worden en we de regulator bij een DHL vestiging moeten ophalen, rijden we richting Bamako. Onderweg worden we aangehouden door een politieman die heel hard op zijn fluitje blaast om ons te laten stoppen. Hij wil ons een boete geven omdat wij geen veiligheidsriemen omhebben. Mike moet de autopapieren laten zien en die worden vervolgens  ingenomen door de politie. We moeten eerst betalen en dan krijgen we de papieren terug. Mike probeert ze uit de handen van de politie te rukken, maar die houdt ze stevig vast en geeft ze snel aan een collega, die ermee in zijn auto gaat zitten. Mike vertelt hem dat autogordels in Mali helemaal niet verplicht zijn en dat onze DAF 30 jaar oud is en daarom ook helemaal geen veiligheidsriemen heeft.  De politie blijft weigeren de papieren terug te geven. Als ik er vervolgens heen loop krijg ik de autopapieren zo weer terug. Ze proberen gewoon hoe ver ze kunnen gaan en wij geven niet gemakkelijk toe aan dit soort corrupte praktijken. Verder valt het in Mali reuze mee met de controles onderweg. De wegen in Mali en ook in Mauritanië zijn soms erg slecht, vol met diepe gaten, en dit is voor Mike erg vermoeiend rijden. Als er allemaal gaten in de weg zitten en we er niet omheen kunnen,  moeten we voor elk gat stoppen en er dan heel voorzichtig doorheen rijden. We zien het niet zitten schade toe te brengen aan de truck. De meeste Malinese vrachtwagenchauffeurs batsen gewoon door de diepe gaten heen, maar ze staan dan even later met schade aan de wielophanging, assen of lekke banden, langs de weg.

We zetten de DAF neer bij  auberge the “Sleeping Camel” in Bamako. De coördinaten van the Sleeping Camel zijn: N 12.32.177, O 007.59.276. Bamako (1,7 miljoen inwoners) is een drukke stad met veel luchtverontreiniging door uitlaatgassen. De auberge ligt enigszins buiten het drukke stadsgebeuren, vlakbij de rivier de Niger. Vanwege die rivier zijn er veel muggen en andere steekbeesten bij de auberge. We worden zowel overdag als ’s avonds lekgeprikt. Het is erg warm in Bamako en je houdt het niet lang vol een stuk in de zon te lopen. Na een paar dagen komt het onderdeel voor het aggregaat binnen en kan Mike het monteren. Het aggregaat lijkt nu goed te werken, maar we zien het nog even een paar dagen aan.
Mike wikkelt prikkeldraad om de buitenspiegels van de DAF omdat veel grens- en politiebeambten zich aan onze spiegels ophijsen om in de truck te kijken.

Bij de Sleeping Camel ontmoeten we Wil en Gerard uit Winterswijk met hun MAN expeditietruck (www.knak.nl). We brengen een aantal gezellige dagen met hun door. Zij gaan naar Ghana, laten hun camper daar staan, en vliegen terug naar Nederland. Een maand later vliegen ze weer terug naar Ghana om hun reis te vervolgen naar Namibië.
Op woensdag 31 oktober visa voor Guinee gehaald.  Anique, een vrouw uit Cameroun, is met mij meegegaan.  Zij woont in Bamako en weet precies waar de ambassade ligt en kan als tolk optreden. De visa zijn na 5 minuten wachten klaar. Wel duur, 76.500,-- CFA (125,-- euro) per stuk (3 maanden, multiple entry).  Anique en ik pikken Wil op bij de Sleeping Camel en gaan naar de Grande Marche en de Fetisj Marche. De grote markt is weinig interessant, veel kleding, schoenen en sieraden en het is eigenlijk veel te warm om over de markt te lopen. De Fetisj markt is wel interessant. Gedroogde apenkoppen, gedroogde krokodilletjes, koppen van roofdieren, pootjes en botten van allerlei dieren en gedroogde papegaaien. Ook veel dierenvellen en schelpen.  Ik wil er graag een foto van maken, maar dan willen de marktkooplieden daarvoor in ruil een stukje haar van mij hebben. Dit heb ik niet gedaan, want ik wil niet dat ze een of andere voodoo spreuk over mij uitspreken, als ze in het bezit zijn van een haarpluk van mij. De straten in het centrum staan blauw  van de dieseldampen van auto’s en vooral brommers. Het is bijna niet voor te stellen hoeveel brommers hier rondrijden.
Er is geen voodoo spreuk over mij uitgesproken, maar de volgende dag heb ik wel buikkrampen en diarree. Hoort erbij zeggen ze hier, zal wel komen van vieze bankbiljetten of  bacteriën op deurkrukken etc. Ik denk eerder dat het van het avondeten van de auberge komt.

Bamako
 
 


We hebben het de afgelopen weken in Mauritanië en Mali erg warm gehad, gemiddeld 38 overdag en ’s nachts in de camper op zijn laagst 29 graden.
Wat zijn de voordelen van deze hitte? Nou je kan douchen en afwassen met water uit de koude kraan, je zweet zoveel, dat je niet eens meer naar zweet ruikt en de was is snel droog. En wat zijn de nadelen? Je zweet de hele dag, je moet zeker 3 liter vocht per dag drinken, onze koelkast en vriezer staan de hele dag te loeien en vreten veel stroom en groenten buiten de koelkast bewaard, bederven heel snel. Ook kan je niet in de zon zitten en wandelen en moet je steeds de schaduw opzoeken.




Tussen Sibi en Kouremale
 
Van een Nederlandse journalist die ook in de Sleeping Camel overnacht en regelmatig contact heeft met Touarecs, horen we dat reizen in Mali mogelijk is tot aan Djenne. Naar de Dogon Vallei en Mopti rijden, wordt afgeraden i.v.m. de dreiging van aanvallen van de opstandelingen in Timbouctou. Aangezien de belangrijkste bezienswaardigheid van Djenne  een lemen moskee is  en we daarvoor wel 300 km. heen en weer terug moeten rijden, besluiten we verder te reizen naar Guinee (Conakry).
Het enige wat we in Bamako merken van een terroristische dreiging zijn enkele tanks en tankafweergeschut die her en der rondom Bamako staan opgesteld. Het dagelijkse leven verloopt hier alsof er niets aan de hand is.
Op 2 november rijden we via Sibi en Kouremale naar Guinee.


 
 
 
 
 
 
 
 

Geen opmerkingen: