zondag 12 mei 2013

Senegal 2012

Reis naar Senegal van 17 december t/m 27 december 2012


Op maandag 17 december bij Karang de grens tussen Gambia en Senegal overgestoken. Alles is binnen een uurtje gepiept. Gratis een laissez passer voor de quad gekregen voor 10 dagen. De DAF gaat weer met de carnet de passages over. De laissez passer kan met 2x 15 dagen verlengd worden in Dakar of Tambacounda. Aangezien wij Dakar niet inwillen voor een verlenging besluiten we binnen 10 dagen Senegal weer uit te zijn. We overnachten in een mooi delta natuurgebied, waar we o.a. pelikanen en zwart/witte ijsvogels (pied kingfisher) zien.

Via Kaolack, een stinkstad, rijden we de binnenlanden van Senegal in. De meeste reizigers nemen de kustweg richting Dakar, maar we denken dat de route die wij nemen interessanter en minder toeristisch is.
Van Kaolack naar Diourbel en Darou Mousti gereden. Eerst asfalt, dan gravel en dan een prachtig zandpad door savannegebied. Alleen de zebra’s en giraffen ontbreken nog. Overnacht in de savanne. Allemaal mooie vogels en nestjes. Heerlijk en rustig plekje dachten we. We liggen al te slapen als we om half 10 ’s avonds wakker worden van gepraat, getoeter van auto’s en geschijn met zaklampen. Blijken nieuwsgierige Senegalesen te zijn die enthousiast staan te joelen rondom onze truck. Het is allemaal onschuldig en we hebben er maar niet op gereageerd. Het zandpad van Ndindi naar Darou Mousti  is bijna te smal voor de DAF. Soms staan er aan beide zijden van het pad acaciabomen met enorme stekels, waar we niet tussendoor of onderdoor passen. Op dat moment moeten we door het gras van de savanne onze eigen weg zoeken. Dat gaat prima, maar we moeten goed opletten dat we geen grote acaciastekels in de banden krijgen. Wij hebben geen auto op de route gezien en volgens ons heeft er nog nooit een vrachtwagen over dit pad gereden. Mochten we de route ooit nog eens een keer vanaf de andere kant (vanaf Darou Mousti) willen rijden dan zal hij erg moeilijk te vinden zijn, omdat hij ergens achter allemaal huizen in het dorp begint.







Van Darou Mousti richting Louga gereden. Onderweg zit een grote groep gieren zich tegoed te doen aan een dode aangereden ezel. Het leek wel of de ezel nog leefde omdat zijn kop bewoog, maar dat kwam omdat de gieren in het beest zaten om te scheuren. Mike wil over de ezel heenrijden om hem uit zijn lijden te verlossen, mocht ie nog leven. Wij filmen de schranspartij en ik wordt er echt misselijk van. Mike rijdt heel dicht op de gieren af, maar ze blijven ongestoord doorgaan met eten met hun vieze koppen en lange kale bebloede nekken diep in het kadaver van de ezel. De gieren zijn veel groter dan die we zagen in de Casamance en Gambia.

 

In de dorpen in het binnenland van Senegal zijn weer weinig verse etenswaren te koop. Uien, uitgedroogde aardappels en rottende kolen. Het lijkt wel of ze hier leven op sinaasappels en meloenen, die zijn er volop.
’s Ochtends als we wegrijden van onze overnachtingsplek komen we voor de eerste keer deze reis, vast te zitten in het zand. Dat betekent zand wegscheppen, rijplaten onder de wielen leggen en weer uit het zand rijden. De rijplaten zijn hierna enigszins krom en die leggen we verderop op de weg om er overheen te rijden en ze weer recht te krijgen.
 
Van Louga naar Potou aan de kust gereden en dan nemen we een gravelroad naar Mouit. Prachtige route door het duingebied in het noordwesten van Senegal. De Senegalrivier en de Atlantische Oceaan ontmoeten elkaar hier en vormen een mooi deltagebied met lagunes. We verblijven een aantal dagen op de Zebrabar camping. Hier ontmoetten we Ping en Noel uit Engeland in hun Iveco 4x4 busje, Emile en Odile uit Zwitserland met hun Landrover en Lorenzo uit Amerika en Kevin uit Engeland  beide op de motor.  Voor eind december zijn er erg weinig reizigers op de camping. We kunnen het goed vinden met dit groepje mensen, juist omdat het heel verschillende types zijn. De Zwitsers en de Engelsen  hebben veel problemen gehad met de grensovergangen in het Noorden bij Rosso en Diama. Ook al hadden ze een carnet de passages, deze werd aan de grens niet afgestempeld en in plaats hiervan kregen ze natuurlijk tegen betaling,  een laisser passer voor maar 48 uur. Ze zijn verplicht om in Dakar hun carnet de passages af te stempelen en hun laisser passer te verlengen. Ze hebben geprobeerd e.e.a. te regelen in Saint Louis dat hier vlakbij de camping ligt, maar hier kan natuurlijk alleen weer tegen betaling van 40 euro de laisser passer worden verlengd met 5 dagen. Ze moeten dan alsnog naar Dakar om het carnet af te laten stempelen. Het is vreemd dat je deze problemen niet hebt als je Senegal vanuit het zuiden binnenkomt, zoals wij hebben gedaan. We horen op de camping dat waarschijnlijk vanaf juli 2013 voor Senegal  een visum verplicht zal zijn. Al deze regels en corruptie bij de noordelijke grens zullen volgens iedereen ertoe leiden dat steeds minder reizigers via Senegal West Afrika binnenreizen.

Zebrabar camping
 
 
 

Camping Zebrabar is erg mooi gelegen aan een binnenmeer/lagune, waar je lekker kan afkoelen in het water. Geen overbodige luxe met een temperatuur  van af en toe meer dan 40 graden in december. Het is een relaxte camping met mooie staplekken onder de bomen en een restaurant waar je zelf je drankjes mag pakken. Er is geen drinkwater of internet maar wel douches met warm water. Mike tilt Tosh een eind het water van de lagune in en dan moet Tosh terugzwemmen naar de kant. En, het is gelukt, Tosh heeft voor het eerst in zijn 4-jarig bestaan, zelf gezwommen. Hij kijkt helemaal beduusd als hij weer op het strand staat. Daarna hebben we hem nog een paar keer laten zwemmen totdat hij aangeeft dat het welletjes is.

Met nog een paar mensen van de camping maken we een boottocht met een pirogue (smalle houten boot)  over de Senegalrivier. Het hele gebied inclusief de camping valt onder het Parc National de la Langue de Barbarie. In het midden van de rivier is een vogeleiland met wat pelikanen en allerlei soorten meeuwen en steltlopers. Langs de oevers van de rivier zien we veel krabben, visarenden en af en toe een zwart-witte ijsvogel. De boot wordt afgemeerd bij de landengte en daarna lopen we met z’n allen naar de Atlantische Oceaan. Het strand is ongerept en er zijn helaas geen mooie schelpen te vinden. Qua vogels vinden wij de boottrip niet zo bijzonder omdat wij onderweg deze vogels al hebben gezien. Tosh gaat ook mee in het bootje en als we weer aankomen bij de camping staat de parkwachter ons boos op te wachten omdat we met de hond het nationale park in zijn geweest. Tosh is waarschijnlijk de eerste en de laatste hond die het park heeft betreden.
 
 

Kerst 2012 “gevierd” in Senegal  bij een dagtemperatuur van 37 graden. Nog nooit zo’n warme kerst meegemaakt. Bijzonder aangenaam is dat we niet weken van te voren kerstliedjes horen en geen winkels hebben gezien die uitpuilen met kerstartikelen. De eigenaren van de camping zorgen voor een echt kerstdiner voor alle gasten.
 
Op 27 december vertrekken we weer bij de Zebrabar camping en vlak voor Saint Louis vraagt de politie of we een brandblusser en 2 gevarendriehoeken bij ons hebben. We hoeven niet eens uit te stappen om te laten zien dat we die dingen ook echt bij ons hebben. We gaan daarna bij Diama de grens met Mauritaniƫ over.


Geen opmerkingen: